Jean de Sturler
aan
Menno ter Braak (Den Haag)

12 september 1939

Zeer geachte Heer ter Braak

Ik richt mij tot U als zijnde de eenigste vriend van mijn neef Eddy Du Perron wiens adres mij bekend is.

Zooals U waarschijnlijk reeds weet, is Eddy thans op weg naar Europa. Hij schreef mij n.l. in Juni en Juli dat hij op 12 Augustus Indië zou verlaten, zonder echter mijn herhaalde vraag te beantwoorden: uit welke haven en op welke boot? Het eenigste wat hij wist te zeggen was dat hij rond 15 September in Amsterdam zou aankomen. Verder weet ik niets en ik heb zedertdien natuurlijk niets gehoord, daar hij vermoedelijk nog op zee is. Zoo ben ik er toe gekomen U te vragen of U, of iemand anders die U kent (ik denk b.v. aan de redactie van ‘Groot Nederland’ of aan iemand uit de Nederlandsche uitgeverswereld) toevallig iets meer vernomen zou hebben?

Het is U wellicht bekend dat Eddy's zoontje Gille nog steeds in België zit. Door het vertrek van Greshoff naar Zuid-Afrika hebben wij, mijn vrouw en ik, afgezien van de moeder, eenigzins de zorg van het kind, hoewel wij daartoe geenszins bevoegd zijn. Het is dus uiterst belangrijk dat E. zoo spoedig mogelijk of terugkeert (voor zoover de gebeurtenissen het toelaten) of iets van zich laat hooren. Ik sta b.v. voor het volgende geval: Gille mag eigenlijk, als Hollander op het Atheneum te Morlanwelz niet meer in de kost worden genomen. Wordt hij, door misverstand, voor Belgisch aangezien, dan wordt hij slechts aangenomen mits de ouders (in casu: Eddy alléén) daartoe schriftelijke toestemming geven. Dit moet vóór 18 September geregeld zijn.

Daarom kom ik U vragen om mij, zoo mogelijk, te berichten, of U wat vernomen hebt omtrent Eddy's reis en aankomst, of daaromtrent iets zoudt kunnen vernemen. Zoo niet, zoudt U dan Eddy in elk geval bij zijn aankomst (ik vermoed dat hij wel spoedig met U in verbinding zal treden) willen zeggen dat hij zo spoedig mogelijk naar Brussel komt om daar het hoognoodige te regelen? Gezien de omstandigheden en het steeds dreigende oorlogsgevaar, is het absoluut noodzakelijk dat hij zijn vaderlijke macht effectief doet gelden, iets waarin hij voorloopig door niemand vervangen kan worden.

Ik hoop dat dit U niet te veel last zal bezorgen en dank U bij voorbaat voor de te nemen moeite. Uw antwoord gaarne tegemoet ziende, verblijf ik, met vriendelijke groeten,

steeds gaarne

uw dw.

Jean de Sturler

Doorslag[?]: Den Haag, Letterkundig Museum (P.346 P. Dossier inzake Gille du Perron). Brief. Machineschrift.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie