Cavalcanti:
Excerpt van zijn conférence
Er is zooveel over de film gezegd, men bezoekt zoo algemeen de film, dat ieder woord, dat ik van deze plaats daarover zou kunnen zeggen, bijna afgezaagd en een dergelijk onderwerp onwaardig moet schijnen. Bovendien drukt mijn werk thans beter uit, wat ik mee te deelen heb. Ik zou dus anecdoten en ateliergeschiedenissen kunnen vertellen, maar goddank, ik heb er nog niet veel! Daarom zal ik mij er toe bepalen, mijn groote erkentelijkheid aan de Nederlandsche Filmliga te betuigen, die mijn werk hier heeft willen introduceeren. Men kan onmogelijk de beteekenis overschatten, die door de kunstenaars van de internationale film aan Uw oordeel wordt gehecht. Immers in de landen, die zelf filmkunst scheppen, heeft de critiek zich nog niet kunnen ontwikkelen, zooals dat behoort. Vaak staat zij onder invloed van machtige perscombinaties, is zij althans daarvan niet onafhankelijk. En zelfs de onafhankelijke critiek: hoe dikwijls wordt zij in de omgeving der productie niet door allerlei partijdigheid en intrigue geleid!
Daarom hopen wij juist in de landen, die geen films maken, de rechters te vinden, waaraan wij behoefte hebben. Holland staat daarbij zeker vooraan. De rol, die het speelt bij de regeling der internationale betrekkingen der volkeren, zal het ook ten opzichte van de film kunnen vervullen.
Onze films zijn nog slechts experimenten; men disputeert er nog over, in hoever de film kunst is of industrie. Om zekerheid te krijgen hebben wij Uw steun noodig. De toekomst van de film opent zulke wijde perspectieven, haar middelen zijn zoo ongekend en onbegrensd, dat geen menschelijke verbeeldingskracht zich daarin geheel kan verplaatsen. Juist daarom kunt gij er trotsch op zijn, dat gij thans met die film contact hebt gezocht.
Als arbeider aan de belangen van de film voeg ik tenslotte aan mijn reeds uitgesproken dank nog mijn oprechte wenschen toe voor een actieve samenwerking in de toekomst.