Filmcritiek in de dagbladpers
Men vestigt er onze aandacht op, dat wij in ons vorig nummer ten onrechte te vermeldden, dat de N.R. Ct. het eerste dagblad in Nederland is, dat een geheel onafhankelijke critiek op de bioscoopfilms invoerde, want dat ‘Het Vaderland’ daarmede reeds een begin maakte.
Het spreekt vanzelf, dat wij deze aanvullende opmerking volledigheidshalve gaarne aan ons bericht toevoegen.
CORRESPONDENTIE
Th.B.F.H. te L. Uw beide andere artikelen een volgende maal.
J.C. te's G. Over deze film werd reeds uitvoerig in den vorigen jaargang geschreven.
J.H.G.F. te A. Wij hebben helaas reeds te veel stof over deze materie.
C.J.S. te V. Kon deze week niet meer in behandeling komen.
Officieele mededeelingen
Het zesde programma
Als extra vertoonden de meeste afdeelingen een filmstudie ‘Schaatsenrijden’ van Joris Ivens, een serie opnamen uit den historischen winter van 1929 in een voorloopige montage.
Filmliga Eindhoven
Het tweede programma, dat deze afdeeling haar leden op 7 Maart j.l. aanbood, heeft aanleiding gegeven tot een incident, dat in een volgend nummer nader ter sprake zal komen. Nadat dr. Menno ter Braak gesproken had over de principes der filmkunst, werden vertoond ‘Branding’, ‘La Coquille et le Clergyman’ en de ‘Handelsbladfilm’. De tweede film werd met teekenen van afkeuring ontvangen en maakte, blijkens een recensie in de Meijerijsche Courant, op de katholieke leden den indruk van een ‘schandaal’. De katholieke bestuursleden, Mr. Dubois, H. v.d. Putt en A.J. Zoetmulder, deelden in dezelfde courant mede, dat zij een keuring der films voor de toekomst absoluut noodzakelijk achtten.
Bij het afdrukken van dit nummer wachten wij een officiëele uitspraak van het bestuur der afdeeling.