[p. 799]

Heimwee naar het Zuiden

 
Het leven, zegt men, is maar droomen,
 
en droomen zijn altijd bedrog:
 
Verlangens die des avonds komen,
 
vindt ge ongetwijfeld 's morgens nog.
 
 
 
Ik wensch niet dat mij worde ontnomen
 
het heimwee naar de zon. Want, och!
 
leidt ons niet iedre weg naar Rome,
 
vindt ieder varken niet zijn trog?
 
 
 
Zoo weet ik dat ik eens toch komen
 
en aan uw glooiing rusten zal,
 
om onder de cypresseboomen
 
uw wijn te drinken, Arno-dal.
 
 
 
Steeds blijf ik hunkren naar het land
 
waarvan de zoetheid mij bekoorde...
 
Maar 'k lig intusschen aan den band
 
en woorden zijn, helaas! geen oorden...

Louis van Loo