[p. 11]

Koppigheden inzake architectuur

De ‘moderne’ architectuur mag anno 1926 bij geen denkend en onbevroren mensch meer een streep vóór hebben, omdat zij modern is. Wat wij gevorderd zijn weten we allang. Wat we verloren hebben vermoeden we niet half. Er is een bepaalde ontvankelijkheid mogelijk voor de spanningen van den tijd, een staat die afleidbaar is uit de eeuwige wisselwerking tusschen het individu en zijn omgeving, zonder welke geen architect op dit oogenblik belangrijk werk maakt. Maar ik verkies menigen gepleisterden gevel, die voor leelijk doorgaat, boven de hedendaagsche exotismen waarin met den baksteen is omgesprongen als met gespoten crême de beurre op een taart.

 

Vrijheid, zonder innerlijk gevoel voor maat en traditie, is erger dan het Cliché. Er zijn thans reeds gansche voorsteden van Amsterdam, waarin men zich minstens zoo beklemd gevoeld als tusschen de oprechte karakterloosheden van den eigenbouwerstijd. De architectuur is daar niet voor den mensch, maar de mensch wordt uitgenoodigd de (schijnbare) geweldigheid van de architectuur te markeeren. De architect is niet tevreden met zijn rol van dienend vakman: hij wil met alle geweld epoque-maken, het tempo van zijn tijd met kunst- en vliegwerk verhaasten. (‘Il est possible que j'aie mal dîné, mais je suis un Dieu’). De hondjes hebben er lak aan.

 

Schoonheidscommissies loopen zoowel kans een sanctionneering van het middelmatige als een belemmering voor het superieure te worden. Misschien is het 't beste, alles maar te laten doorrotten. Kosters, barbiers, geheelonthouders, ambtenaren en kunstgeleerden dienen er in ieder geval uit geweerd te worden.

 

De Klerk kon zich dingen permitteeren, die talentloozen achterwege moeten laten. Bij zijn leven heeft men hem de hakken platgetrapt. Thans wordt zijn heele garderobe door het vulgus verdeeld.

 

Wijdeveld is de Fragonard van de architectuur. Zijn plattegronden nemen niet nader te omschrijven vormen aan (‘Exister, pour nous, c'est sentir’).

[p. 12]

Onlangs zag ik een altijd als leelijk gekende Waterstaatskerk schoon, toen de zon begon te schijnen en mij het sobere rythme der boogvensters scherp deed opmerken. Het bestofte barok-ornament ging op in een ruischend sfumato, dat bouwkunstig was verwekt.

 

De Nederlandsche architectuur heeft in het begin der vorige eeuw geen bloeitijd beleefd. Men was zoo verstandig, om zonder de capaciteiten tot een ruim leven, niet uit den band te springen. Waar genie ontbreekt is de aangewezen houding die van den bekwamen vakman. Daarom doen vele huizen uit dien tijd, met hun zuivere verdeeling van venstermaten, deurstijlen en kroonlijsten ons aangenamer aan dan de moderne trucs. Vele Amsterdamsche architecten dienden veroordeeld te worden, om tot aan hun dood de maten van Vitruvius te copieeren (‘Pour tracer convenablement un ordre, on fera bien de commencer par déterminer les principales hauteurs; on portera ensuite les saillies, afin de pouvoir profiler chaque ordre suivant les dimensions adoptées’. - Le Vignole de Poche, ou Mémorial des Artistes, des Propriétaires et des Ouvriers; par Urbain Vitry).

 

Op het platteland dienen de veel te hooge kerktorens van Cuypers eerder te worden opgeruimd dan de ontsierende reclame.

 

De school op het Domplein te Utrecht is het proefstuk voor de onbelangrijkheid van Dr. Slothouwer als scheppend kunstenaar. Met een academischen graad en kennis van oude stijlen roeit men niet daadwerkelijk tegen de Amsterdamsche vervlakking in. Zijn plan om tusschen domtoren en domkerk een arcaden-gang te bouwen zal even duur als dwaas zijn

 

Theo van Doesburg is een slecht promotor van het constructivisme. Hij denkt in hoeken van 45o. Zijn vergissingen loopen parallel met die van het neo-humanisme (chemise mal-propre de Tolstoï - et Spinoza).

 

Zal het constructivisme schoon zijn (het is dat: op sommige dagen, vóór zessen) dan moet het volledig-Amerikaansch durven wezen - westwaarts georiënteerd en bewoonbaar, zoowel door aestheten in wit flanel, als door Ford, Wrigley, Mary Pickford en Gloria Swanson.

 

De nieuwe protestantsche kerken zijn niet te onderscheiden van bioscopen. De nieuwe katholieke kerk is er niet.

[p. *2]



illustratie
HET KRISTAL.

[p. *3]



illustratie
BABYLON.

[p. 13]

Indien noodig kan het katholicisme ook het constructivisme adopteeren. Het deed dit evenzeer met de heidensche tempels van Rome. Maar er is tijd in overvloed (Intercontinentaal te overdenken).

 

In afwachting bewonder ik het exterieur van het kerkje te Asselt. Alsmede de ramen van Joep Nicolas en de beeldhouwwerken van John Raedecker.

Deze zijn goed,

 

dit weet ik

 

JAN ENGELMAN.