[p. 185]

O.L. Vrouw van de Stilte

Voor Marnix Gijsen.

Vrouw van heilige Stilte, bid voor ons.

 

Maria, Die als meisje gekend hebt het stille verwachten van iets groots dat komen moest, waak over het dromend verlangen van onze jeugd.

 

Maria, Die in zwijgende verrukking de boodschap van den Engel hebt gehoord, leer ons begrijpen Christus' Wil en Zijn goddelik Woord.

 

Gij, Die nederig hebt aanvaard uw diepste vreugden en uw bitterst leed, laat onze schreeuw van opstand en triomf stil vallen boven de roerlooze meren van uw deemoed.

 

Maria, die afstierf aan alle begeerten om alléén te verlangen naar Jezus' Komst, laat ons begrijpen het sterven van alles waarin Jezus niet leeft; en laat ons hijgen naar Zijn goddelik Wezen.

 

Maagd, Die verborgen gebaard hebt en in verlatenheid, het Kindje, dat van zó hoge gekomen was, bidt Jezus, dat wij onze hoogmoed, en onszelf verliezen om Hem te vinden, en Hem te houden in onze ziel en in ons hele leven.

 

Maria, niet-gekende, Die iederen dag de liefde van uw jongen tot U hoorde spreken, laat de zegening uwer handen als bogen van rustige kracht ons verbergen voor de wereld, en bidt Jezus, dat zijn liefde dan spreke tot ons.

 

Maria, Die de smarten kende welke Jezus tegenging, maar Gij hebt gezwegen, verkrijg ons, dat wij moedig het leven ingaan en dat géén pijn voor Hem onze kracht verbreekt.

 

Maria, Maria, Die met uw moederogen den smarteliken dood en schande van Christus aan Zijn Kruis hebt aanschouwd, maar in uw smart waart Gij stil en zonder wanhoop, leer ons te zwijgen van eigen leed, leer ons Christus' dood begrijpen als Gij, opdat Christus' pijnen ónze pijnen worden, en wij gezuiverd door dit leed ons verliezen mogen in zijn goddelike liefde.

[p. 186]

Maria, Die de vreugden van Christus' Verrijzen gevierd hebt met zwijgend rusten aan zijn goddelik hart, leer ons in aanbiddende stilte te staan voor zijn eeuwig leven.

 

Maria, Moeder Gods, Die, opgenomen bij uw goddelike Zoon, de Koningin der eeuwige stille Hemelen zijt, bid Christus om barmhartigheid voor ons: dat bij de dood van ons lichaam wij mogen leven in Zijn Godheid door alle eeuwen.

 

G.P.