Duitsche letteren
‘Die Lückengesellschaft’
IWAR VON LÜCKEN is een der laatste groote Duitsche dichter-bohémiens, een poëet van zeer bijzondere gaven, die echter steeds elken roem versmaadde - slechts minachting had voor de kritiek en het groote publiek. Slechts weinigen kennen zijn werk. Die het echter kennen, prijzen het als de zuiverste poëzie, welke het land van Hölderlin en Jean Paul de laatste jaren voortbracht. Iwar von Lücken is een eenzame droomende dichter, die stil voor zich heen neuriet als een beek. Hij is een brok zuivere natuur, een poëet die steeds in zijn werk de krachten van den kosmos bezingt. Hij dicht over het water en het vuur, over kraters en bergstortingen. Hij is tevens een Don Quichotte, een man die liever zijn manuscripten vernietigt dan ze aan een uitgever ter hand te stellen. Iwar von Lücken is een van de laatsten der Duitsche bohème, waartoe eens Peter Altenberg en Peter Hille behoorden (waartoe ook thans nog Else Lasker Schüler behoort).
Eenigen tijd geleden is deze dichter vijftig jaar geworden. Ter gelegenheid hiervan heeft zich een Lückengesellschaft gevormd, dat zich ten doel stelt den dichter zijn levensavond eenigszins te veraangenamen. In deze vereeniging - waartoe naar ik meen de dichter Albert Ehrenstein het initiatief nam - hebben behalve deze, Alexander Cranach, Paul Westheim, Oscar Kokoschka, Heinrich George, Strawinski, Walter Hasenclever, Elisabeth Bergner e.a. zitting. De oproep waarin dezen om steun verzoeken is waard hier gedeeltelijk te worden afgedrukt. Na de vele officieele en reeds lang rhetorisch geworden oproepen bij zoovele jubilea van zoovele prominenten, waarin elke ware toon, elk eigen karakter ontbrak, doet het aangenaam aan de ironisch-nuchtere woorden te lezen, waarin men voor dezen ouden Bohémien om steun verzoekt. Ehrenstein herinnert er in dezen oproep aan, hoevele onnutte uitgaven men de laatste jaren deed (‘Kriegsanleihe, wertbeständiger Kunstbesitz, Valutawerte, Stinnesaktien u.s.w.’), hoe sympathiek en klein een gave aan het Lückengesellschaft in verhouding hiermede is. Kostelijk, tevens wrang van humor is de specificatie van de 80 Marken waarvan deze dichter per maand zou kunnen rondkomen:
Miete. (monatlich) | 30 M. |
für Löffel Erbsen mit Speck täglich | 0.50 M. |
Fahrgeld um verlorene Manuscripte und sonstige bewegliche Habe beim Fundbureau abzuholen | 0.30 M. |
Zur Verlängerung der Pfandscheine (monatlich) | 5.00 M. |
Für Blumen und Minnedienst (monatlich) | 10.00 M. |
Zum Weiterverpumpen (monatlich) | 20.00 M. |
_____ | |
Zusammen | 65.80 M. |
Onder deze berekening stond het volgende postcriptum: ‘die Mittel zum Alkoholverbrauch versichert der Jubilar auf Grund seiner ausgedehnten Praxis selbst aufbringen zu können’. De statuten dezer vereeniging, die naar ik hoop ook in Holland leden zal winnen, (adres voor aanmelding: Albert Ehrenstein, Rowohlt Verlag, Berlin) luiden als volgt. § 1 Andere Rechte als zu zahlen entstehen den Vereinsmitglieder nicht. § 2 Die Gefahr, dasz man durch Beitritt in den Verein von Lücken nicht mehr persönlich angepumpt wird, besteht nicht, im Gegenteil: dem Jubilar wird Gelegenheit gegeben im Vereinsbureau alle Adressen einzusehen, es kann also auf Bevorzugung gerechnet werden. § 3 Da voraus zu sehen ist, dass an dem Verein in der Hauptsache sich ein paar arme Teufel beteiligen werden, sollen dieselben bei genügender anderweitiger Beteiligung zu Ehrenmitgliedern ernannt werden, womit sie das Recht erlangen nur noch zum persönlichen Pump zugelassen zu werden.
Wir hoffen, mit der Zeit eine exklusive, rein kapitalistische Gesellschaft zusammen zu bringen. § 4 Der Vereinskassierer Cassirer ist verpflichtet, selbst bei glaubwürdiger Vorspieglungen des Jubilars nicht mehr als die festgesetzte Tagesquote heraus zu geben’.
Naar ik hoop treden uit ons land (dat naar ik uit de vele interviews met dichters, die in dit blad verschenen, meen te mogen concludeeren zulk een groote liefde voor de dichtkunst bezit) talrijke leden toe.
Om dezen nieuwen leden, die mogelijk van het Dichterschap van Iwar von Lücken niet overtuigd zijn, (hoe zouden zij ook, daar deze gedichten niet in boekvorm werden uitgegeven, doch enkel onder bekenden circuleeren), zekerheid te geven omtrent de waarde van deze poëzie, schrijf ik hier een der verzen over:
‘Mob’
Zelden heeft een nieuw tijdschrift me zoo tevreden gestemd - zoo veel vertrouwen in mij gewekt over zijn toekomst als ‘Mob’ (Zeitschrift der Jungen. Mob Verlag. Carl Junghaus, Dresden, Pöppelmannstrasse 7). Reeds de redactioneele mededeeling op de eerste pagina verschafte me vreugde door zijn sympathieke brutaliteit:
‘Mob erscheint unperiodisch und wird von der Polizei verfolgt. Die Herausgeber wechseln die Namen, wie gewordene Minister ihren Charakter ändern. Sie heiszen augenblicklich: Fr. Kühne (16 Jahre) Friedrich Kaiser (18 Jahre) Frieda Hindendorff (19 Jahre) und Gerda Hauptmann (17 Jahre). Es sind Kinder von Arbeiter, Studienräten, Polizeipräsidenten und andern Spieszern’. De inhoud van dit tijdschrift is bont en afwisselend. Hier kookt en bruist en schuimt het, en gelooft men eensklaps weer aan een komende generatie. Plotseling ontmoeten we hier weder een blad waarin niet enkel en alleen over de waarde der jongere dichtkunst gepolemiseerd wordt, noch de Literatuur als een onderdeel der boekdrukkunst wordt behandeld. Deze jeugd, - deze ‘Möbse’ bezitten een zoo sympathiek zelfvertrouwen, een zoo krachtigen natuurlijken overmoed, dat we terstond aan hun waarde gaan gelooven. Het zijn jongeren die zich jong voelen, geen bescherming van ouderen wenschen, doch deze hardnekkig afweren waar ze haar ontmoeten. Ze zijn daarbij uiterst nuchter en staan met beide beenen op den grond. Hoeveel konden de jonge Distelvinken, die zich zoo gaarne door oudere Vinken laten koesteren en zich zoo bitter weinig om sociale problemen bekommeren, (bedichtte niet onlangs een van hen Hindenburg), van deze ‘Möbse’ leeren: wir werden niemals vergessen, neben all dem immer wieder darauf hinzuweisen, dasz es zwar sehr schön sein kann, auf Grund weltanschaulicher Erwägungen eine Einstellung zu den bestehenden Verhältnissen zu suchen, dass das Alles aber gar keinen Zweck hat, wenn man sich nicht mindestens ebenso sehr darum bemüht, Wege zu suchen, Kenntnisse zu erwerben, sich endlich einmal mit den Wirtschaftstatsachen zu beschäftigen, kurz: die Wirklichkeit in seinen Gesichtskreis einzubeziehen’.
Deze jongeren zijn sympathiek, omdat ze de Daad hooger schatten dan het Woord, het Leven inniger liefhebben dan de Literatuur.
‘Der Franzose Rimbaud’ - schrijft een dezer ‘Möbse’ - der, mit 17 Jahren berühmt, im Alter von 20 Jahren mit der Dichtung brach um des Lebens willen, das er unter den furchtbarsten Bedingingen in Afrika gestaltete wie kein Zweiter, viele junge Veristen und andere haben uns gelehrt, auf die Literatur, soweit sie Beschönigung, Verkleisterung und Surrogat des Lebens ist, und auf die ganze Kunst soweit sie Verlogenheit und andauernde seelische Prostitution bedeutet, zu pfeifen. Das Werk ist uns wichtiger und nichts lebt als ein ehrlicher Wille’. De inhoud van een aflevering ‘Mob’ brengt steeds een bonte verscheidenheid der meest uiteenloopende bijdragen. We lezen brieven van Lenin aan Gorki, verzen van Ringelnatz, vertaald proza van Multatuli, gedichten en proza van jongeren, vóor alles: brieven van gymnasiasten en perodistische glossen op bekende literatoren. Van deze laatste citeer ik hier enkele der meest geslaagde: Franz Werfel (Wir sind, du warst’), Walter Hasenclever (‘Der Geist der mich verliesz’), Gerhart Hauptmann (‘Der Narr in Hindenburg’) enz. enz. Uiterst sympathiek is een prijsvraag waarvan ik den tekst eveneens wil citeeren. ‘Jungens, photografiert eure Pauker! überall: Auf der Strasse, im Schulzimmer, beim Fluchen in dem verfänglichsten und lächerlichsten Situationen. Wir haben das oft gemacht: es ist nicht schwer. Schreibt uns dazu etwas über jeden Einzelnen dieser Geisthändler, schreibt ihre Spitznamen, ihr Gewohnheiten, ihre Aengste, ihre Uebel und, wenn etwas zu loben ist, dann tut das (denn wir wollen das System blamieren und nicht die armen Angestellten dieses Systems). Und damit ihr recht eifrig seid, setzen wir einige Preise für die schönste Photografien fest, wenn diese bis zum 15 August bei uns eingegangen sind. Preis: 8 Tage freien Aufenthalt in Dresden unter den “Möbsen”. 2er Preis: 15 Mark in bar, 20 Trostpreise: Bücher des Malik und Elena Gottschalk Verlages’.
Ik herhaal, hetgeen ik aan het begin van dit bericht schreef: zelden heeft een nieuw tijdschrift mij zoo tevreden gestemd, zooveel vertrouwen in me gewekt over zijn toekomst als ‘Mob’. Reeds na het verschijnen dezer eerste vijf afleveringen kan men concludeeren dat deze plotseling zoo enthousiaste en hartstochtelijke uiting der Duitsche jeugd op den duur waardevoller zal blijken dan de meeste werken die Gerhart Hauptmann, Thomas Mann en andere prominenten in de toekomst nog zullen schrijven.
NICO ROST