Maxime Brienne †

DEZER dagen overleed te Parijs ontijdig Maxime Brienne, een voortreffelijk schrijver (dichter, essayist en journalist), die onder zijn tijdgenooten een bijzondere plaats innam omdat hij het verstond geestig te zijn zonder frivool te worden, omdat hij spotten kon zonder ooit aan eerbiedwaardige dingen te raken, omdat hij ronduit grappig durfde wezen en nooit tot grofheden afdaalde.

In zijn dagelijksche kroniekje in de ‘Action Française’ wist hij steeds te varieeren van ontwerp en naar den aard van de behandeling, maar daarbij bleef hij altijd de man van een zuivere overtuiging en van een, voor een journalist zoo buitengewoon, moreel verantwoordelijkheidsgevoel. Als satyrisch dichter gaf hij uitstekende proeven in het intusschen helaas verdwenen tijdschriftje van R. Groos: ‘Pour le Plaisir’. Men moet weten op welk een peil de meeste Fransche (en Nederlandsche!) beroeps-humoristen staan om de voortreffelijke verdiensten van Maxime Brienne naar volle waarde te kunnen schatten.

Maar Brienne was bovendien een goed verslaggever, d.i. bij hem waren een scherpe opmerkingsgave, een trouw geheugen, een gevoel voor de sfeer om de gebeurtenissen en een verlangen naar eerlijke wedergave alle in één man vereenigd. Op mijn verzoek vatte, kort na den vrede, Brienne zijn herinneringen aan ons land samen in het artikel dat hier volgt. Hij schreef in een briefje dat dit vergezelde: ‘Ik grijp met vreugde iedere gelegenheid aan om de diepe genegenheid te zeggen en te herzeggen, welke ik gevoel voor Holland, waar de omstandigheden mij in staat stelden op zoo karakteristieke wijze de eigenschappen van uw landgenooten te leeren hoogschatten, en het is mijn vurige wensch, alle verkeerde vooringenomenheid te zien verdwijnen, die het gevolg is van de fouten van enkelen en van omstandigheden, die onze gemeenschappelijke vijanden zoowel bij u als bij ons exploiteeren, om de toenadering te beletten tusschen twee landen, die geschapen zijn om elkaar te begrijpen.

Ik voldoe dus zeer gaarne aan uw verzoek om het zoo interessante, maar ook zoo gecompliceerde onderwerp te bespreken, dat u mij voorstelde’.

Hier spreekt een groote ernst en een groote oprechtheid.

 

J.G.