Berichten over Sovjet-Russische literatuur II53

1. ‘Taschkent - die brotreiche Stadt’

‘TASCHKENT - die brotreiche Stadt’ (Neuer Deutscher Verlag, Berlin) van Alexander Newerow is de geschiedenis van een kleinen jongen, die in de ergste tijden van den hongersnood zijn dorp verlaat om in de verre stad Taschkent brood voor zijn ouders te halen. Ondanks zoovele moeilijkheden bereikt hij na een reis van weken en weken dit beloofde land en keert hij met graan beladen naar de zijnen terug. Dit boek laat ons nogmaals alle ellende en misère van den Russischen hongersnood doorleven en toont tevens, hoe ondanks deze verschrikkelijke catastrophe, het Russische Volk den strijd niet opgaf. Ondanks al deze ellende was het geloof aan een betere Toekomst sterk en onwankelbaar. Zooals deze kleine jongen - van een groote liefde vervuld - alle moeilijkheden overwint - òndanks zooveel tegenspoed - toch lachende tot de zijnen terugkeert en het beloofde brood uit de verre stad Taschkent brengt - zóó zal eens het Russische Volk de zege behalen.

Ik kan Alexander Newerow geen grooter lof toekennen dan te schrijven dat zijn kleine roman - dit sprookje - me nu en dan aan het werk van Andersen heeft doen denken. En ik ken geen krachtiger slotzin waarin het geloof aan een toekomst zóó sterk spreekt als de uitspraak van dezen kleinen jongen, wanneer hij thuis komt en bemerkt dat ondertusschen alles uit nood te gelde is gemaakt - het paard en de koe geslacht zijn - zelfs de hond opgegeten: ‘Schadet nichts - Trauern hat keinen Sinn! Ich werde alles neu anschaffen...!’

2. Wikenty Wikentjewitsch Weresajef

Weresajef was reeds vóór de Revolutie van 1917 in West-Europa bekend door zijn romans en novellen, waarvan enkele den Russisch-Japanschen oorlog behandelden; tevens door zijn ‘Memoiren eines Arztes’. De meeste zijner werken werden in het Duitsch vertaald. Bij het uitbreken der Revolutie behoorde hij tot de schrijvers die zich - langzamerhand - bij de regeering aansloten. Zijn ontwikkelingsgang, zijn innerlijke strijd was groot en zwaar. Hij heeft deze beschreven in zijn omvangrijken roman ‘In der Sackgasse’ (Verlag für Literatur und Politik, Wien) die daardoor de roman der Russische Intelligentia werd.

Ik hoop in deze rubriek op dit werk nog uitvoerig terug te komen, wil echter thans enkel melding maken van het eerbewijs dat de Russische Regeering den dichter bij zijn 40-jarig dichterjubileum vereerde. De Sovjet-Moscou gaf hem op dien dag over het huis, dat hij tegenwoordig bewoont, voor zich en zijn familie de beschikking zoolang hij leefde. Slechts degeen die met de woningtoestanden in het hedendaagsche Rusland op de hoogte is, kan de waarde van deze onderscheiding beseffen.

3. ‘Mess-Mend’

Voor eenige maanden schreef de jonge Duitsche dichter Ber't Brecht - en hij was hier de tolk van vele anderen: ‘Kehren wir zu den Kriminalromanen zurück!’ Deze uitspraak is natuurlijk eenigszins overdreven. We behoeven slechts aan boeken als Joyce's ‘Ulysses’, aan Sinclair Lewis ‘dr. Arrowsmith’, aan Knut Hamsun's ‘Laatste Hoofdstuk’ te denken om de onhoudbaarheid van deze stelling in te zien. Hoewel overdreven, is zijn opvatting echter zeer begrijpelijk en op vele punten te verdedigen. Onze levensdrang is zóó groot... zóó intensief - ons dagelijksch leven zoo gecomprimeerd, dat we dikwijls geneigd zijn naar een anderen vorm te zoeken, zoodat velen eerder naar een novelle van O. Henry dan naar ‘Der Zauberberg’ van Thomas Mann zullen grijpen. Ondanks zoovele zorgen en gebrek aan tijd wenschen we toch in elk werk de intensiteit van onzen Tijd te bespeuren. Dezelfde drang die ons naar de film drijft, zal ons op den duur hoe langer hoe meer naar den detective-roman doen grijpen. Deze ontwikkeling is onvermijdelijk en heeft reeds gedeeltelijk plaats gevonden. Deze honger naar sensatie nu kan gestild worden met Buffalo Bill en Lord Lister-geschiedenissen van zeer laag allooi - ze kan echter ook gevoed worden met... Sovjet Russische detective-geschiedenissen als ‘Mess Mend’ of ‘Der rote Späher’ (Neuer Deutscher Verlag, Berlin). Deze romans zijn spannend en vol heldenfiguren, waarnaar de groote massa verlangt. Deze helden zijn echter hier geen graven of lord Raffles, rijden niet steeds in auto's of spelen in Monte Carlo. ‘Mess Mend’ is - ik schreef het reeds - een Sovjet-Russische detective. Dit beteekent dat de sensatie hier in dienst der Revolutie gesteld is - dat deze romans vooral anti-kapitalistische tendenzen vertoonen. Waarom het te ontkennen? Waarom ook niet geschiedenissen van uit een dergelijke ideologie geschreven? Ik geloof dat ze minder schaden zullen - misschien zelfs door hun sociaal-critisch karakter een opvoedende waarde kunnen bezitten. Deze werken hebben alle goede eigen-

[p. 234]

schappen van de vroegere soort detectives, doch staan ditmaal in dienst eener andere ideologie. Ze brengen de groote Massa tot de werkelijkheid terug en verplaatsen haar niet in een droomenrijk, waaruit het ontwaken slechts ontnuchtering is.

4. Sserafimowitsch

Wanneer men schrijft dat in 1917, onmiddellijk na het uitbreken der Russische Revolutie, zich slechts één dichter - Valery Brussow - terstond bij de nieuwe Regeering aansloot, is dit slechts ten deele juist. Valery Brussow was onder de literatoren, die tot dezen stap besloten, de eenige wiens roem tot in West-Europa was doorgedrongen. Er waren er meer. Sserafimowitsch is een van dezen. Zijn naam was echter vóor de Revolutie slechts in Rusland als die van een belangrijk revolutionair literator bekend. Eerst thans, nu hij (als ik me niet vergis) voor enkele jaren den zestigjarigen leeftijd bereikte, begint ook zijn naam buiten de grenzen van zijn land eenige bekendheid te genieten. Onder de werken die van hem in het Duitsch vertaald werden moet in de eerste plaats de roman ‘Der Eiserne Strom’ (Neuer Deutscher Verlag) worden genoemd. Als bij Wsewolod Iwanow, over wien ik in mijn artikel over ‘De Serapionsbroeders’ schreef, speelt ook zijn werk in Siberië. ‘Der Eiserne Strom’ is de lijnrechte tegenstelling van den individualistischen psychologischen roman, zooals wij dezen hoofdzakelijk kennen. Er zijn in dit boek geen hoofdpersonen - de groote Massa is er niet enkel een los, doch een werkelijk hoofdzakelijk bestanddeel in geworden. De revolutionaire leiders steken in dezen roman niet boven de Massa uit doch zijn haar personificatie. Ze zijn uit de Massa ontsproten en keeren tot haar terug.

Degeen die iets van het Rusland van heden begrijpen wil, doet goed ‘Der Eiserne Strom’ te lezen. Hij zal dan bet merken dat deze roman even noodzakelijk geboren moesworden als b.v. de tooneelhervormingen van Meyerhold, die zich ten slotte eveneens van de individualistische, West-Europeesche methode losmaakte. Het is alles zoo logisch. Doch is niet de meest eenvoudige logica vaak het moeilijkst te accepteeren?

5. Wera Vigner

De opening der Russische archieven heeft belangrijke documenten aan het licht gebracht, waarvan de meeste nog niet tot heel Europa zijn doorgedrongen. Het meeste is echter nog niet geordend en wacht er op uitgegeven te worden. Tot de belangrijkste reeds verschenen ontdekkingen behoort, behalve het dagboek van Ssuworin (de bekende Russische journalist van vóór de Revolutie), de zoogenaamde biecht van Bakunin, die, naar ik meen, in het archief der Peter en Paul-Vesting werd gevonden. (Ik hoop daarop elders nog de aandacht te vestigen).

Wera Vigner - bekend door haar aanslag op Alexander II in 1886 - heeft thans - aan de hand van haar vroeger gemaakte aanteekeningen en andere documenten, die in het Politie-archief te Petersburg gevonden werden - haar mémoires kunnen schrijven (‘Lebenserinnerungen’, Malik-Verlag 1926) - een spannend werk, waarin ze ons niet alleen het relaas van haar eigen leven geeft, doch tevens een getrouwe schildering biedt van het belangrijke eerste stadium der Russische Revolutie (1875-1883). Haar leven immers is onafscheidelijk verbonden met het ontstaan en den ondergang van de revolutionaire organisatie ‘Narodnaja Wolja’, die in deze tijden een zoo groote rol speelde en zoovele aanslagen op den Czaar en vele regeeringspersonen voorbereidde.

We krijgen hier het spannend relaas van haar leven - van den aanslag op Alexander II - haar langdurig proces - haar gevangenschap van meer dan 20 jaar in de ‘Schlüsselburg’.

Wera Vigner was een terroriste. De revolutionaire ideologie van heden erkent deze strijdmethode niet meer. Haar laatste groote aanhanger - Boris Ssawinkof - stierf het vorig jaar. Ik citeer hier de woorden van Lenin toen men hem naar zijn meening over de terroristen vroeg: ‘Wir billigen ihre Methode nicht aber wir achten diese Genossen hoch wegen ihres Opfermuts und ihrer Treue’.

Wera Vigner leeft nog en woont tegenwoordig te Moscou in het ‘Heim der ehemaligen politischen Zuchthaüsler’. Van tijd tot tijd spreekt ze nog op meetingen of houdt een tournée om dan ten gunste der ‘Internationale Rote Hilfe’ op te treden.

Samenvattend schrijft ze aan het slot van haar werk: ‘wenn mein Buch auch von der Vergangenheit spricht und nichts Neues in das praktische Leben des gegenwärtigen revolutionären Augenblicks hinein bringt, so wird doch sicherlich der Augenblick kommen, wo es seine Aufgabe erfüllen wird. Wenn auch die Toten nicht zum Leben auferstehen, so stehen doch die Bücher auf’.

6. Sosnowski

Zelfs de felste tegenstanders van Sovjet-Rusland zullen niet ontkennen dat vele van hare leiders tot de beste journalisten van Europa behooren. Ik noem slechts enkele der meest bekenden: Radek - Trotzky - Bucharin. (In een vorige bijdrage noemde ik een van de dei minores: Larissa Reiszner).

Ik wil thans de aandacht vestigen op Sosnowski - een naam die in het Rusland van heden onder de arbeiders een groote populariteit geniet. Hij is ‘der rasende Reporter’ van Sovjet-Rusland. Door hem kunnen we het dagelijksch leven van den Sovjet-Rus leeren kennen. Een Duitsche vertaling van een deel zijner artikelen - allen in de ‘Prawda’ verschenen - ligt voor me (‘Taten und Menschen’, Verlag für Literatur und Politik, Wien). Hij blijkt hier de journalist der groote Massa, die haar taal schrijft - haar leven kent. We kenden tot nu toe vele werken over de Russische Revolutie en het Rusland van heden. Geen enkel werk gaf ons echter zooveel details, schilderde ons zoo levendig den dagelijkschen gang van zaken. De man uit het volk leeft in Sosnowski, in dit boek. Ook in deze gemeenschap leeft natuurlijk elk individu zijn eigen leven, heeft elke mensch (die deel uitmaakt van deze gemeenschap) daarnaast toch nog zijn eigen leven. Ik zou bijna willen zeggen, dat in Sosnowski's artikelen het Marxisme den enkeling tot activiteit prikkelt. Hij is een propagandist zoo vurig en bezield als slechts mogelijk is. Wanneer hij over een Sovjetcongres schrijft, is het of hij een symphonie hoorde, waarin alles één werd: Lenin en de Massa. Telkens laat hij daarbij den enkeling zelf aan het woord. We lezen artikelen over het Roode Leger en daarin verwerkt reclamaties van de soldaten over het eten, over de stad Twer, een uitvoerige bijdrage, die ons het leven in een Russische provinciestad laat kennen. We leeren uit dit boek de deugden en fouten - want ook deze verzwijgt hij niet - van het Russische Volk van heden kennen.

Het is mijns inziens een der grootste deugden van de Russische communisten, dat ze openlijk elkanders fouten becritiseeren.

NICO ROST

53 Men zie het Julinummer.