147. M. ter Braak aan E. du Perron
Rotterdam, 21 April '32
Beste Eddy Je angst, dat we alleen met Greshoff zouden blijven zitten, is voorloopig nog ongegrond. We hebben zooveel copie, dat het Mei-nummer gebarsten is en je a.s. eegade eruit is gewipt. Zij schijnt van die gelegenheid te hebben geprofiteerd, om Bouws van jullie plannen in kennis te stellen, althans gemelde heer telefoneerde mij vanmorgen geheel perplex ‘het laatste nieuws’. Geen haar op zijn hoofd had dat vermoed! Maar hij vond het heelemaal niet gek! Bep schijnt hem telefonisch te hebben gezegd, dat (na Bouws' mededeeling, dat haar stuk moest blijven liggen voor jouw actueele stuk over de film) ‘het dan toch in de familie bleef’. Waarop hij met open mond gereageerd moet hebben*)...
Ik kreeg van Engelman al weer antwoord, zeer geschikt. Hij vindt het, geloof ik, wel aardig, dat zijn vers nu ook een ‘cause célèbre’ in de boezem der Forum-redactie is, en gaat accoord met mijn voorstel.
Ingesloten een stuk van Siegfried van Praag, dat ik niet slecht vind. Het is niet persoonlijk, maar wetenschappelijk geschreven, maar om de qualiteiten zou ik er voor zijn. Lees het ook eens door en schrijf (of zeg, na 26 April) me je meening.
Er is nog een roman van Freek van Leeuwen binnengekomen. Iets heel verschrikkelijks, lijkt me.
Tot ziens dus? Hart. gr. aan Vestdijk, een hart. hand van je
Menno
Ik vroeg Claartje om meer verzen. - Heeft Maurice het proza van Vestdijk al gehad?
*) Er staan in dit no. nu Panoptica van jou, Maurice en mij. Verder ook de liedjes van Greshoff.