Menno ter Braak
aan
Henrik Scholte

Rotterdam, 21 april 1932

21 April 1932

 

B.H.

Het artikel van Rosenfeld heb ik, toen we afgesproken hadden, dat het niet in het vorige nummer opgenomen zou worden, in de prullemand gegooid! Het spijt me, maar ik deed het bij een van mijn zeldzame opruimbuien, in de meening, dat het geen dienst meer behoefde te doen. En de rest van het ‘Rosenfeld-archief’ heb ik je destijds al toegezonden; ik kreeg destijds, met het artikel van Moholy, het stuk over de filmsterren immers weer (ter vertaling) van je terug.

Schrijf me, zoodra je copij noodig hebt. Ik ben inderdaad niet van plan het medewerkerschap als formaliteit te beschouwen, en heb nog wel één en ander op mijn hart.

Ik ontving nog geen nieuwe Filmliga. Wanneer komt dit nummer? Het naschrift van Jordaan onder mijn afscheidsstuk vond ik zeer geslaagd. De gelegenheid tot reageeren zal jullie toch wel geboden worden door het stuk van du Perron in ‘Forum’ van Mei; je kunt dan, langs mij heen, zijn argumenten, die mutatis mutandis de mijne zijn, attaqueeren.

V.gr.,tt.

Menno ter Braak

 

Origineel: Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie