198. M. ter Braak aan E. du Perron
Eibergen, 6 Aug. '32
Beste Eddy Dank voor je brief en het sublieme panopticum, één van de meest flitsende korte stukken, die ik van je gelezen heb. Het boek zelf is er nog niet, maar ik verwacht er heel veel van, na dit apéritief. Ik zend het stuk door aan Bouws, en zal er bij schrijven, dat het, zoo mogelijk, met Mussolini moet geconfronteerd worden. Van hem ontving ik ook het schrijversloopbaan-verhaal, dat aardig geworden is. Ik zelf plengde heden een panopticum (je ziet, het is weer Forum-barenstijd), geheeten Het linksgerichte Collectief, waarin ik eindelijk Miss Univers goed kon benutten. Je zult het wel van Bouws ter keuring ontvangen.
Ik zit hier, voorloopig alleen met de oudelui, hard te werken aan Dumay. Hij moet nu af, is al over de 200 pagina's. Als er geen
tegenstroomen komen, kan ik ± 20 Aug. klaar zijn. Maar ik werk momenteel werkelijk stug, doe haast niets anders. Ik las intusschen nog Een Vuistslag, waarover ik mijn voorloopige meening aan Constant schreef; ik maakte daarvan voor het gemak een doorslag, die Bouws je ook zal opzenden. Als ik me nu niet weer vergis in een getypt manuscript (dat mij schijnt te beïnvloeden ten gunste van de auteur, misschien omdat het er zoo netjes uitziet), dan is het hier en daar zeker ‘bon genre’. De inzet is bij v.W. altijd zoo gering, ook hier; maar vergelijk het ding bij welke succes-roman je maar wilt, en de qualiteiten stijgen tot meesterlijkheden. Maandag stuur ik het ms. aangeteekend naar Spa; geef daar dus vooral je adres, als je onverwachts mocht vertrekken.[...]
Ik las Forum met pleizier. Coster houdt het bijzonder goed! De familie hier is nu zoover, dat zij Coster voor een domme man houdt... ‘maar hij heeft het toch beslist wel eerlijk gemeend, is geen leugenaar’. De citaten zijn vooral moordend voor menschen, die Thomas-naturen hebben. - Alleen het vers van Bourbon beviel mij bij herlezing verbazend slecht! Wat een vervelend broekje eigenlijk. Janus Bifrons is toch wel goed. Het Verboden Rijk moest nu maar eens uit zijn! - Wanneer Bouws over het Démasque leest, weet ik nog altijd niet; ik las wel de tekst van zijn rede, maar hij vergat de datum te schrijven. De rede is goed als samenvatting, maar het is dan ook letterlijk samen-gevat. (Dit te schrappen bij publicatie der brieven door de wed. Bouws). Alleen de inleiding is erg aardig van toon.
Over de ‘leeraarstoon’ heb ik ook nagedacht. Ik weet niet precies, wat Bep bedoelt; maar waarschijnlijk, als die toon bestaat, is de biologische afleiding van mijn milieu wel juist. Er komt bij: ik heb een tegenzin in genuanceerd praten over een boek, dat ik nog maar in groote trekken in mijn hoofd heb, waarvan ik de nuances expres nog wat wil laten zwemmen, om ze frisch te houden, om voor mezelf verrassingen te laten bestaan. De groote lijn is altijd grof, ook in dezen. Maar een boek à la Wyndham Lewis zal het zeker niet worden; ik ben het geheel met Bep eens over wat zij in de N.R.Ct. op deze schrijfmanier
aanmerkt. (een goed stuk, zij het slecht leesbaar door de zetterij!). Ik las ook haar Opschorting, waar ik mijn oordeel niet over klaar heb. Er is iets in, dat mij, ondanks de intelligente schrijfmanier, niet heelemaal bevalt, maar ik kan nog niet vinden wat precies. Misschien is het wel de enscënering van den krabbelende bankier, die me iets te geforceerd aandoet. De analyse is volkomen raak, maar die ‘bankroetier’ ligt me nog niet (Het cursieve eerste stuk is misschien te veel ‘opstel’). Moet ik er nog aan toevoegen: als redacteur ben ik voor plaatsing? Natuurlijk, daarom gaat het niet.
Ik ga nu maar weer aan den slag. Schrijf spoedig terug en laat vooral tijdig ev. adresverandering weten.
De dagen in Spa behooren, inbegrepen de Salon des petits Jeux, tot de zeer prettige herinneringen!
hart. gr. voor jullie beiden je
Menno