253. E. du Perron aan M. ter Braak
Bellevue, Donderdag. [10 November 1932]

Beste Menno, Ik kreeg vanmorgen een absoluut verwarde en verschrikte brief van Stols, dat ik toch vooràl niet over Boen-

[p. 344]

der moest schrijven, omdat hij net eenig werk krijgt van den uitgever Qurido. Aangezien dat stukje niet veel bizonders is en Stols voor ons al zooveel stroppen heeft gehad, wil ik het wel terugtrekken. Wil je dus Bouws vragen het niet aan de zetterij te geven, of het daaruit terug te vragen. Zeg hem ook maar niet wat de ware reden is, want dan roddelt hij er maar over; zeg maar dat het mij niet bevalt. Ik vind die reden ook een beetje bête, maar ach, aan den anderen kant: hij verkeert ‘aan den rand v/h failliet’ (hier in Parijs zegt iedereen zelfs dat hij het al is) en probeert nu geld te verdienen met drukken. Wschl. drukt hij later voor Van Kampen de boekjes die van K. van mij uitgeeft, want het schijnt dat Greshoff iets bereiken zal met dien uitgever. Hierover later meer; spreek er vooreerst niet over (vooral niet met Zijlstra, als je niet opeens een surplus van ƒ 100.- voor opnieuw verongelukt zetsel wil betalen). Ik vertrouw niemand meer van al die ‘zakenmenschen’. - Vanmorgen kreeg ik het Démasqué. Ik las het voor een groot deel over; het is 3 × zoo boeiend en zoo belangrijk als Music at Night van je bewonderden Aldous, dien praatjesvirtuoos.

Tot nader. Je

E.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie