324. E. du Perron aan M. ter Braak
Bellevue, Zaterdagmorgen. [18 Februari 1933]

aant.

B.M. Je zult denken dat ik stapel geworden ben, maar er moet nòg een verandering gemaakt worden; in de 2e regel van str. 2 heb ik ‘armsaeligh’ laten staan; dit moet gespeld worden: ‘armsalich’. Ik heb nl. het Wilhelmus nog eens goed aangekeken; mijn eerste spelling was een reminiscentie in het algemeen. Wil je dit nog even veranderen? Dank; en lach me maar niet te hard uit!

Het is jammer dat je me de verhalen niet kunt doen die bij de Duitsche missives behoorden.

Ik bracht gister een ‘vrije dag’ door met het in orde brengen van mijn 4e bundel ‘essays’. De opdracht aan Bouws is geschrapt, de titel Panopt. en Forum vervangen in De Smalle Mensch. De polemieken uit Panopticum beslaan 2 groote hoofdstukken, hierin heb ik ook de ‘geweigerde’ stukken ondergebracht, de 2 laatste en het vers op Borel. Misschien doe ik later

[p. 452]

nog een hfdst. erin, bevattende een bloemlezing (stukken en brokken) uit mijn tegenwoordige koeliewerk. - Over een tijdje is Van Kampen misschien toch wel bereid deze bundel uit te geven, al is het geen roman. - Stuur je de 10 Costers nog?

Hart. groeten, ook aan Ant en Truida, en van Bep, - je

E.

Dank voor de Heeroma, die vrij behoorlijk aankwam.

Als je me mijn 2 brieven stuurt over Valmont, kan ik er zelf wel iets van maken voor het brievennummer.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie