Henrik Scholte
aan
Menno ter Braak

25 oktober 1924

25./X.'2[4]

 

Chèr Manon,

Hierbij een circulaire bij de Vrije Bladen, is [woord onleesbaar] in de Redactie [in de Kring van] P.C. Zou je over beiden een stukje in de volgende P.C. kunnen schrijven? 't Lijkt me wel gemotiveerd, gezien 't aantal medewerkers dat vroeger onder de Literaire foetes [woord onleesbaar] is (Kelk, Chasalle, Slauerhoff) en verder door de medewerking van Dick en mij.

Zie over de kring bijgaande briefkaart, die je misschien na lezing wel in de bus ziet slippen.

Te weinig weten de studenten, dat de Vrije Bladen een cultuur uiting is, althans het kan worden. Alleen Ivens en jij blijven geregeld van de plannen op de hoogte.

Onder de pseudoniemen en onder de medewerkerslijst schuilt ook wel 't een en ander, dat nauw contact heeft met de studenten.

Saluut,

je Henny S.

 

P.S. Aan de studie over v. Dalsum ben ik [zoo] juist begonnen. Zou jij, nu je er [toch] zoo dicht bij zit, me willen waarschuwen als hij met ‘Nachtasyl’ komt. Dat heb ik nog niet gezien.

 

De toon van je stukje hoeft natuurlijk niet persé een psalm wezen, ik schrijf je dit omdat ik bang ben, dat het anders op de buitenwereld een reclameachtig aanbevelende indruk zou maken. [Tabbé].

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie