Menno ter Braak
aan
Henrik Scholte
Tiel, 03 april 1925
Tiel 3. IV -25
B.h.
Hierbij motiveer ik even mijn blancostem per draad. Vooraf: ik vond he[t] buitengewoon onaangenaam over een dergelijke futiliteit te worden opgebeld. Je scrupules tegen plaatsing begrijp ik werkelijk niet. Motieven dus:
1o | Het stukje van v.d.Z. vond ik, zoo als ik je al gezegd had, geesteloos en onschadelijk. Daarom zou ik tegen plaatsing zijn. |
2o | Volgens mijn mening moet de rubriek Ingez. Stukken zoo vrij mogelijk zijn, omdat niet-plaatsing aanleiding geeft tot verkeerde vermoedens (bangheid etc.) bij de inzenders. Daarom zou ik voor plaatsing zijn. Ik stemde dus blanco. |
Je zult moeten constateeren, dat [ik] die maatstaf ook aan het stuk van Westerdijk heb aangelegd, waarvan de inhoud (voor een jongerejaars) vlerkachtig was. Ik wil echter in geen geval de indruk vestigen, dat ik voor dergelijk geschrijf uit den weg ga.
Aangename vacantie verder
Groeten aan Mies
[twee woorden onleesbaar]
Menno
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum