Henrik Scholte
aan
Menno ter Braak

Buitenveldert, 25 juli 1930

Aan de redacteuren van het voormalig letterkundig jaarboek ‘Erts’

Op de gisteren, 24 Juli gehouden vergadering, waarbij ter Braak en voor het grootste deel ook Binnendijk afwezig was, werd het volgende besloten, hetgeen hiermede ter kennis van afwezige redacteuren wordt gebracht:

1. Nu er van Strengholt, die trouwens uitstedig is tot 27 dezer, nog geen antwoord op de U bekende plannen ingekomen is en de tijd nog open staat voor het maken van additioneele voorwaarden, zal ondergeteekende heden schriftelijk ter kennis van den Heer Strengholt brengen, dat de Redactie van het nieuwe algemeene jaarboek (v.h. Erts), behalve de voorwaarden der typografische verzorging en der (ruw geschat) f.900,- totaal-honoraria, ook nog meent te moeten stellen de voorwaarde, dat naast het Algemeene Jaarboek bij den zelfden uitgever onder geen omstandigheden ‘Erts’ behoort te worden uitgegeven. Wil Strengholt in elk geval ook ‘Erts’ uitgeven, dan vervalt daarmede automatisch het aanbod van het Algemeen Jaarboek aan denzelfden uitgever. Twee uitgaven van eenzelfde karakter lijkt ons voor de verkoop schadelijk, bovendien hebben wij onze rechten op ‘Erts’ overgedragen als ‘waardeloos’ bezit en daarmede van te voren te kennen gegeven, dat wij van ‘Erts’, in welken vorm ook, niets meer meenen te kunnen verwachten. Ten derde zou een parallel uitgave van ‘Erts’ en het Algemeene Jaarboek in hoogen mate verwarrend werken op eventueel door beide redacties aangezochte medewerkers en niet minder op het koopend publiek.

In het schrijven, dat heden naar Strengholt gaat, wordt voorts om een onderhoud verzocht op Dinsdag 29 Juli a.s., met Lichtveld en ondergeteekende. In de loop van dit onderhoud wordt Strengholt's categorisch ja of neen op onze voorwaarden verwacht, daar geen uitstel of bedenktijd meer verleend kan worden.

Daar de gister aanwezige leden der Redactie verwachtten, dat Strengholt een dergelijk ‘ultimatum’ zal verwerpen - waarmee wij echter aan de tusschen uitgevers en schrijvers bestaande usance betreffende nieuwe uitgaven voldaan hebben en bij eventueele aanneming waarvan wij geen bezwaar zien om toch met Strengholt in zee te gaan, temeer waar aan Binnendijk's bezwaren tegen Strengholt dan de voornaamste kracht ontnomen zal zijn, is de Heer Charles Nijpels te Maastricht, die op dezelfde voorwaarden als aan Strengholt voorgelegd, principieel bereid is om het Jaarboek uit te geven, aangezocht voor een bijeenkomst ten huize van ondergeteekende, op Woensdag 30 Juli a.s., in tegenwoordigheid van Lichtveld. Naar aanleiding van die bijeenkomst zal terstond een eenigszins uitvoerig [communiqué] aan de pers verstrekt worden, met naam en opzet Jaarboek, namen der samenstellers, uitgever etc.

Dit laatste behoort daarom terstond en in extenso te geschieden, omdat er volgens de gister aanwezige redacteuren aanzienlijke kans bestaat, dat Strengholt, bij afspringen der onderhandelingen Jaarboek, in elk geval ‘Erts’ zal uitgeven, waartoe hij dan ook volkomen gerechtigd is. Wij meenen echter de vrijheid te mogen nemen om hem bij [x] het aankondigen daarvan [x] te zijn.

Na het onderhoud met den Heer Nijpels zal ondergeteekende aan de overige redacteuren bericht doen toekomen. Na dit bericht kunnen de redacteuren hun werkzaamheden, waarover onder 3., terstond beginnen.

In verband met een en ander verzoekt ondergeteekende tot redactiesecretaris gepromoveerd te worden, een uitsluitend honoraire en niet zeer benijdenswaardige positie.

Postpapier zal door den Uitgever binnen den kortstmogelijken tijd aan de H.H. Redacteuren worden toegezonden (verz. eventueel opgave vacantie-adres).

 

2. Als naam wordt door Lichtveld en ondergeteekende het volgende voorgesteld: Balans 30/31, Algemeen Jaarboek der Nederlandsche Kunsten.

Deze naam drukt uit: overzicht, vooral in verband met den tijd van het jaar, waarin het boek verschijnt, schommeling tot evenwicht, zelfs in de ‘breuk’ etc. De titel leent zich bovendien zeer tot een decoratief omslag (Heden zal in verband daarmee ook de Heer Paul Schuitema worden aangezocht). Opmerkingen over titel of ondertitel (de laatste om typografische redenen aldus geredigeerd) gaarne ingewacht [x] Dinsdag a.s.

 

3. Uitgaande van de vooronderstelling, dat de uitgave van het algemeen jaarboek, bij welken uitgever ook, als een vaststaand feit beschouwd kan worden, zijn Kelk, Lichtveld en ondergeteekende hun redactioneele werkzaamheden reeds begonnen en hebben daarvoor gisteren [gedetailleerde] plannen en eenige verkregen toezeggingen reeds overlegd. Ondergeteekende verzoekt vrijheid, den beiden afwezigen redacteuren daarvan eventueel mondelinge mededeelingen te mogen doen. Voldoende zij thans de mededeeling, dat de ‘sub-commissie’ voor plastische kunsten door den heer Kelk is samengesteld als volgt: schilderkunst: Charles Eyk en Carel Willink, beeldhouwkunst: Andriessen, architectuur: van Ravesteijn, kunstnijverheid wordt nog voorzien. Deze subcommissie wordt niet gehonoreerd, is nl. zelf reeds honorair.

Voor muziek (Lichtveld) en tooneel (ondergeteekende) werden de gedetailleerde plannen, namen etc. goedgekeurd.

Voor de [poézie] en het proza kunnen thans resp. Binnendijk en ter Braak hun werkzaamheden aanvangen, eventueel kunnen zij wachten tot de mededeeling van ondergeteekende, Woensdag a.s. Deze werkzaamheden worden aangevangen op den basis van de in den vorigen beschrijvingsbrief voorgestelde honorarium-regeling, waaraan volgens besluit der gister gehouden vergadering NIET getornd zal worden. Porti worden extra vergoed.

Deze werkzaamheden bestaan uit het schrijven van persoonlijke brieven, met uitnoodigingen aan die personen en het verzoek om dat soort bijdragen, als den redacteuren op het hun toegewezen gebied wenschelijk voorkomen. Zij behoeven geenerlei machtiging van de overige redacteuren, worden echter verzocht, wat quantiteit betreft, zich te houden aan den opzet van het Jaarboek als aangegeven in den vorigen beschr. brief. Het zal wenschelijk zijn, den aangezochten mede te deelen, dat een NORMAAL HONORARIUM terstond na het verschijnen van het boek zal worden uitgekeerd, zonder nadere [détails] betreffende pagina etc. Het formaat van het boek is groot [x]

De vergadering verzoekt bij het aanvragen der [poezie-] en prozabijdragen wel met de grootst mogelijke zorgvuldigheid te werk te willen gaan, daarbij zoo weinig mogelijk speling latende aan de uit te noodigen medewerkers. Het dalende gehalte der litteraire bijdragen vormde immers een der oorzaken van het verval van Erts.

Eenige portretten of grafische bijdragen, de [poezie] en [proza] inzendingen betreffende, kunnen desgewenscht worden opgenomen. Zij zullen echter worden beoordeeld naar hun illustratieve qualiteiten.

De redactie-vergadering heeft voorts besloten, dat de redacteuren zelf WEL kunnen inzenden, als zij dat wenschen; zij blijven vrij dit zelf op grond van hun eigen werk of redacteurswerk te beslissen. Zoo zal bv. Lichtveld zelf over mechanische muziek schrijven, onderget. vermoedelijk ook zelf over tooneel, terwijl onderget. eveneens ter Braak denkt uit te noodigen voor een filmbijdrage.

De redacteuren kunnen hun werkzaamheden aanvangen wanneer zij willen. Het dient echter aanbeveling, de eerste uitnoodigingen niet te laat te verzenden in verband met mogelijke plannen van Strengholt met ‘Erts’ (in het geval wij met Nijpels in zee gaan).

Het komt de redactie voor, dat de termijn voor inzending bij dit soort Jaarboek niet zoo lang hoeft te zijn als bij ‘Erts’.

Zij verzoekt den redacteuren, DWINGEND EN DRINGEND in hun brieven de sluitingsdatum Maandag 15 September te willen vermelden. Vermoedelijk zal Woensdags daarop een redactievergadering worden gehouden, waarop het Jaarboek wordt samengesteld OP GROND VAN WAT ALSDAN TER TAFEL GEPRODUCEERD ZAL ZIJN.

Lichtveld en onderget. zullen trachten het boek uit te geven [x] Nederlandschen boekendag, welke dit jaar valt op 15 November. Eenmaal proef zal aan den inzenders van bijdragen in schrift natuurlijk worden gestuurd.

Om bio- en bibliografische bizonderheden wordt verzocht, hoewel de vorm van weergave daarvan in het boek nog niet vast staat. Redacteuren moeten de inzendingen aan hun persoonlijk adres tegemoet zien en kunnen die tot 15 September onder hunnen berusting houden. Bijdragen behooren ZOOVEEL MOGELIJK ONGEPUBLICEERD te zijn.

Verzoeke voorts dezen beschrijvingsbrief tesamen met den vorigen als handleiding te willen beschouwen en aan de hand daarvan de werkzaamheden te willen verrichten.

Namens de redactie:

H. Scholte

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie