Menno ter Braak
aan
H. Marsman
Eibergen, 12 augustus 1931
Eibergen, 12 Aug. '31
B.H.
Uit Gistoux weer hier terugkomend, vind ik je ‘Voorpost’. Dank voor de toezending! Het zijn inderdaad, zooals je zelf veronderstelt, verzen, die geschift konden worden bij je keuzes destijds. Overigens: als niet-kenner van ‘poësie pure’ (het is p. pure, niet impure, al voel ik er goddank het impure wel achter!) zou ik niet weten, waarom ‘Dordrecht’ en ‘Stralsund’ slechter zijn dan ‘Potsdam’ e.a. Het is voor mij alleen waardeerbaar als élan, als associatief muziekje, en voor de rest prefereer ik je latere periode als dichter!
Je stuk in de Groene was uitmuntend, en heldere en rake polemiek, die het individu Nijhoff in zijn zak kan steken. Doodjammer, dat jullie dat flauwe limerickje van dezen heer opnam in de V. Bladen!
Het was heerlijk in Gistoux. Ik maakte het ‘Demasqué’ af; er kwam een tweede deel bij. Eddy schreef de voorrede, om onze geestelijke bruiloft te vieren. Verder schreef ik nog een stuk over Nietzsche en de vrouwen, dat ik aan v. Wessem zond, voor de Bladen. Eddy is over de honderd pagina's, contra Coster. Een moordend Schotschrift, in een zeer snijdende, koele toon gesteld.
Eddy zal je, als je op Gistoux bent, wel van onze plannen op de hoogte brengen. Wij hebben heel wat bepraat, en zijn, voor ons doen, geestdriftig gestemd.
‘Hampton Court’ is afgecorrigeerd, zal in September wel klaar zijn. Ik hoop ook ‘Man tegen Man’.
‘Commentaar’ heb ik nog niet ontvangen. Jij? - 13 Sept. moet ik prevelen voor de avro over ‘Point Counter Point’; een curieus boek; misschien heb je wel eenigszins gelijk, als je mij met Huxley wilt identificeeren (afgezien dan van het oeuvre en de techniek).
Hart. gr., ook voor Rien,
je Menno
Origineel: Den Haag, Koninklijke Bibliotheek