Menno ter Braak
aan
H. Marsman

Rotterdam, 19 mei 1932

Rotterdam, 19 Mei '32

B.H.,

Gedurende de Pinksterdagen las ik Vera nog eens. Ik moet zeggen, dat Eddy werkelijk meesterlijk geschrapt heeft en ik deel zijn opvatting, die tot de schrappingen leidde. Maar: als geheel blijf ik het nog zwak vinden, voor mijn gevoel blijven de personages toch acteurs uit een betere liga-film. Nu kan de toevoeging ‘een lyrisch verhaal’ het accent wel naar de lyriek verplaatsen, maar daarmee vervalt nog niet de m.i. slecht geslaagde karakterteekening. Juist als lyrisch verhaal uitgegeven, zou Vera extra de aandacht vragen voor de psychologische fouten. Er zijn werkelijk heel goede (lyrische) fragmenten in, maar die nemen de fouten voor mijn gevoel niet weg, misschien stuiten we hier op mijn te geringe waardeering voor het lyrische an sich? Ik weet het niet, hoop daarover binnenkort een groot stuk te schrijven. Het lyrische element kan bij mij nooit iets anders goedmaken; je lyriek komt bovendien veel zuiverder tot haar recht in je poëzie (waar niets ‘goed te maken’ is!).

Ik, voor mij, zou om deze reden het verhaal niet uitgeven, na de aarzelingen, die je daarover hebt gehad. Essentieel maken Eddy's wijzigingen toch geen andere Vera; en dat zou ook wel wonder zijn, aangezien het toch jouw Vera is en blijft, laat dus mijn advies samenvatten met mijn appreciatie van lyriek in een proza-verhaal, en beoordeel daarnaar, of je je iets van dat advies (niet meer uitgeven) zult aantrekken. Waarschijnlijk zou ik, in jouw geval, het boek dadelijk hebben uitgegeven; maar even waarschijnlijk zou ik het, na verloop van eenigen tijd aarzelen, niet meer hebben uitgegeven.

Als je wel tot uitgave besluit, zou ik toch de aanteekening achterin wijzigen, niet zelf de nadruk leggen op psychologische zwakte. Dat is al te veel bereidwillige zelfcritiek, lijkt me. Ik zou het bij de mededeeling van de bekorting laten.

Zal ik het ‘manuscript’ aan Bouws geven, voor Slauerhoff? Ik ben net terug van mijn vacantie, heb Bouws daarom nog niet gesproken. In dezen is misschien de opinie van Slau veel waard, gezien mijn anti-romantische instelling op boeken en mijn doodvallen op psychologie.

Ik hoop spoedig in Utrecht te kunnen komen, maar moet eerst even hard doorwerken aan Dumay. Er zit me n.l. een nieuw boek dwars, en ik kan daaraan niet beginnen, voor Dumay voldragen is.

hart. gr., ook voor Rien van

je Menno

De opmerkingen van Bep over het uiterlijk zijn zeer juist.

Origineel: Den Haag, Koninklijke Bibliotheek.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie