Menno ter Braak
aan
H. Marsman (Utrecht)

Den Haag, 15 juni 1936

Den Haag, Maandag

B.H.

Daar ben ik weer in Den Haag terug en heb je niet geschreven uit Bilthoven om een afspraak te maken! Erg jammer, maar ik vergat het werkelijk niet; kwam alleen van dag op dag er niet toe, omdat ik plotseling als een bezetene aan het werk sloeg en voortdurend gehandicapt werd door de bijgedachte, dat ik weer terug moest. Vestdijk zag ik nog even, maar ook bij hem ben ik niet meer teruggeweest. Schandelijk, maar gelukkig, ik heb veel gedaan, o.a. twee dialogen radicaal tot monologen omgewerkt.

Nu kom ik (ambtshalve): 23 Juni (Woensdag) in Utrecht, waar ik 's avonds om 11 uur naar ‘De Groote Geus’ moet pelgrimeeren. Als er twee kaarten komen, gaat Ant ook mee. Zijn jullie dan in de stad?

Nogmaals, dit wegblijven was absoluut geen teeken van onverschilligheid, maar een bezetenheid phaenomeen van een z.g. intellectualist. Je stukje over de heeren T. en V.d.W. was aardig en meerendeels zeer juist!

hart gr. 2x2

je Menno

 

Origineel: Den Haag, Koninklijke Bibliotheek

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie