Menno ter Braak
aan
H.A. Gomperts
Den Haag, 10 oktober 1938
Den Haag, 10 Oct.
Kraaienlaan 36
B.G.
Hartelijk dank voor je brief. Wat de dame Köhler betreft: het is een naar mensch, en je critiek in P.C. was te gunstig. Maar hoe speelt ze het klaar! En wat mijn maniakale verdediging van je vertaling aangaat: ik ben het met je eens, dat die op verstijving [van] de traditie gaat lijken. Echter: ik kan zeer verstijfd voor den dag komen, als het gaat over dingen, die je wat stijf moet behandelen in Nederland!
Je reactie op het ‘groote’ wereldgebeuren lijkt als twee druppels water op de mijne; ik hoop, dat je daarom mijn artikel in de ‘Groene’ over het verraad der vlaggen hebt gelezen, want die Chamberlain was mij een braaksel geworden. Hij heeft het zoo treffend gezegd: ‘Its pies for our time!’ Laten wij het daarop houden. Maar zonder gekheid: ik heb in de maand September al mijn cultureele bezigheden als een mechanisch spel verricht, met het accent op mechanisch, dat leven tusschen ochtend- en avondblad is nog extra onaangenaam bij een journalistieke loopbaan, die je geen syllabe van het persvuil bespaart. Gelukkig waren mijn zenuwen er beter aan toe dan bij het geval Oostenrijk, dat mij eenvoudig down deed gaan. Ik was in zekeren zin op deze rotzooi voorbereid, en zat fatalistisch in de zon, die ons nog van boven (Boven) geleverd werd, met het vaste geloof aan den komende oorlog en een heimelijk ongeloof aan oorlog er nog onderdoor. Nu, het einde van de ‘spanning’ was wel verrukkelijk, en vooral het gevlag der hamsteraars na München. Ik hoop, als die God, waar je het over hebt, ons tijd van leven geeft, nog eens iets op schrift te kunnen stellen van mijn innerlijke ervaringen gedurende deze historische dagen van chantage en gros.
Intusschen: heeft Van Krimpen je het exemplaar van ‘Uren met Dirk Coster’ en de vergroote foto van Carros overhandigd, zooals hij mij beloofde te doen? Ik heb hoop, dat de lectuur van dat polemische schotschrift je een beetje vergetelheid zal schenken; de oplaag is op bevel van Du Perron zoo juist vernietigd en dit exemplaar is dus alweer een curiosum geworden. Misschien raakt je de materie Coster niet zoo meer als zij het mij eens deed, maar van de polemiek zul je zeker pleizier hebben. -het fotootje van Carros, dat ik uit jullie auto knipte, ziet er in vergrooting lang niet onkunstzinnig uit. Bewaar het overigens niet als toevallig geboren kunstwerk, maar als herinnering aan een vacantie, die ons door [Runciman] nog werd gegund. Mijn vrouw en ik hebben de prettigste herinnering aan den tocht naar Coursegoules! (Er zijn nog meer kiekjes van gekomen, die niet zoo mooi zijn, helaas).
Handhaaf je, in het besef, dat een Hitler geen oorzaak mag zijn van een bedorven bestaan, en wees
hart. gegroet van je Menno ter Braak
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum