H.A. Gomperts
aan
Menno ter Braak
Wijk aan Zee, 11 maart 1940
Wijk, 11 Maart '40
B.M.
Nog wel dank voor verschillende goede gaven. Ik had op je advies Rauschning besteld en ontving het boek vóór de inbeslagneming. Het heeft mij een hele dag verpest, omdat het mij tegelijk boeide en slaperig maakte van weerzin. Ik besefte ook, dat men inderdaad verandert door zich met dit heer te meten en dat de ‘nieuwe elite’ ook werkelijk nodig kan zijn als bestrijding van dit gevaar. Jij hebt je intensief met die bestrijding beziggehouden, ik heb liefst zo weinig mogelijk aan het gevaar (aan dat gevaar) willen denken (zonder te vergeten, dat het er is), ziedaar misschien de oorsprong van ons ‘geschil’. Ik ben er dan ook een dag ziek van geweest, vooral ook omdat het formaat van H. zoveel groter is dan ik dacht, omdat hij zoveel vooroordelen overwonnen heeft (wat ik steeds als criterium van intelligentie pleeg te laten gelden) en tegelijkertijd zo mateloos muf en ranzig is. Maar als ik afzie van concrete smaakverschillen, energie, fanatisme, bekwaamheid, wat je maar wilt, had ik enige moeite te ontdekken waarom nu eigenlijk Hitlers nihilisme zich onderscheidt van het mijne. Nietzsche en Karl May, die hij bemint, zoals je in je voorwoord schrijft, zijn twee schrijvers, die ik beiden zeer bemin (Het is vast niet waar, dat Greshoff, zoals hij in Gr.-N. schrijft, op zijn tiende jaar over Karl May heen was. Ik vind hem nòg een groot schrijver.) Als ik dus toch zou willen aangeven, waar het verschil wel zit, dan ontbreken mij de woorden. Misschien wordt er gedeeltelijk iets van aangeduid door de formule ‘the winner shall take nothing’ een comedie-loze grootmoedigheid, die iemand als H. volkomen onbekend is (zelfs de grootmoedigheid als effect kent hij niet). Maar voor de rest... Misschien toch zo iets als de nieuwe elite, een stukje vastheid, jurisme. Het voorwoord heb ik nog meer geboeid en zonder weerzin of slaap gelezen. Het leek mij veel belangwekkender dan je kroniek over de mentaliteit in Gr.N. Het genie van de vereenvoudiging is een bruikbare term, hoewel natuurlijk ieder genie iets daarvan hebben moet. Dat van de neutraliteit weten we eigenlijk wel. Wilde je het verbod van Rauschning ermee tegenhouden? Als ik het goed begrepen heb, is er trouwens geen verbod (dat kan ook niet, tenzij de militaire overheid bij staat van beleg het verbiedt), maar een vervolging van de uitgever wegens belediging v.e. bevriend staatshoofd, gepaard met inbeslagneming hier en daar. Ik weet niet, of er concrete beledigingen in voorkomen: in dat geval wordt Leopold veroordeeld en is het boek practisch verboden. Maar als die concrete beledigingen er niet in staan, zal de rechter niet zo gauw veroordelen; die heeft zich van neutraliteit etc. niets aan te trekken. Ik vermoed, dat de goede Leopold dus vrijgesproken zal worden (wat hij niet verdient als correctie-wijsneus) en het boek weer vrijgegeven.
Met de Standaard heb ik mij zeer geamuseerd. Het is ongelooflijk. Zo moesten ze meer doen, die zondagshuichelaars. Ik ben benieuwd te horen, hoe ze gereageerd hebben. Het zou eigenlijk niet gek zijn, die meneer H.B. (Besselaar?) aan te klagen wegens plagiaat. - Maar dat soort gedachten geeft mijn vak mij in, waaraan ik langzaam versuf.
Hart.gr. aan jullie beiden,
t.t.
HAG.
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum