Ant Faber
aan
Menno ter Braak [Rotterdam]
Zutphen, 4 januari 1932
Zutfen. 4 Jan. 1932
Beste Menno
Dank voor je brief. Ja, dat ‘examen’ was een ‘mopje’, maar toch ook geen mopje. Het behoeft je verder in geenen deele te hinderen.
Verder vind ik die bewonderingsstrophe zéér gevaarlijk. In de eerste plaats zou je achter alles een vraagteeken kunnen zetten (geen bescheidenheid) of ‘kunt’ vervangen door ‘moet’, vrijwel synoniem in dit geval. Het blijkt wel, dat je Ant Faber nog niet zoo héél goed kent. 't Zal nog wel eens tegen vallen!
Dan kan ik Woensdag middag nog niet in den Haag zijn. Ik ben er pas op z'n vroegst 7 uur, vermoedelijk 9 uur. Je zal dus nòg een keer dienen te verzetten.
Als je kunt, schrijf dan nog even hierheen, wanneer je wel komt, dan kan ik dat dadelijk in den Haag aankondigen. Als je wilt, schrijf dan even de trein, waarmee je in den Haag komt, dan zorg ik aan het station te zijn. Ik vind dat veel plezieriger. Ik schrijf nu maar niet verder over je vorige brief, we kunnen daar toch beter over praten. Tot ziens dus.
Hart. gr.
Ant
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum