E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Brussel [2 januari 1932]
Zaterdag, Brussel.
Beste Menno,
Ik maak me zoetjesaan op om te verdwijnen, maar wacht nog steeds op antwoord van Malraux. Anders ga ik toch, zoo maar. Even nog wat werken aan mijn 2e acte.
Ingesloten een prachtstuk, waarin wij allen even ervan langs krijgen; van een mijnheer C.C.K. in een Leidsch studentenblad. Volgens Greshoff zit Pom hier achter, en het is best mogelijk. Overigens: bah!
Ingesloten ook nog een paar verzen van Vestdijk, die ik alle zeer goed vind. Maar hierna wachten we een beetje met verdere proeven van hem, voor de ‘variatie’.
Je hoort weer van me zoodra ik dichter bij je of verder van je af zit. Hart. groeten, ook aan Truida, van je
E.
Hoe zit dat nu met dat stuk over Koch? Het is beter Engelman te nemen, als meer ‘bij ons hoorend’, al is het dan maar door schrijfwijze en leeftijd. Wanneer is er weer een vergadering?
Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag