Menno ter Braak
aan
Ant Faber [Zutphen]
Rotterdam, 13 mei 1932
Rotterdam, 13 Mei 1932
Beste Ant
Hartelijk dank voor je brief. Ik kan er momenteel niet op antwoorden, aangezien het huishouden bezig is op te breken. Laat ik dus voorloopig volstaan met te zeggen, dat ik, wat je nu zwart op wit hebt gezet, natuurlijk grootendeels ook wist of vermoedde. Toch zijn er bij mij na deze twee brieven weer allerlei amendementen opgekomen, die ik Dinsdag mondeling zal indienen, om in de taal uws vaders te spreken. Ik heb mezelf toch nog niet geheel ‘juist’ voorgesteld en geloof, ook op jouw zelfcritiek eenige anti-critiek te hebben.
Ik kom dan Dinsdag met den trein van 12.15 en kan tot 21.07 blijven. Goed?
Door de Wester-Boekhandel liet ik je de beste geschriften van Nietzsche zenden. Het wordt tijd, dat je die leest.
h.gr.
je Menno
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum