Ant Faber
aan
Menno ter Braak [Rotterdam]

[Zutphen], [na 6 september 1932]

Lieve Menno.

Blij met de brief, al was hij zeer in mineur gesteld. Mien en ik waren Maandagavond ook in een zekere ‘poepstemming’, we zijn daarom 's middags maar gaan ijseten in de stad. Dinsdagmorgen de heele morgen samen getennist. Goede huishoudster ben ik hè.

De questie ‘Bertje’ is voor elkaar. Zondagavond vroeg de Pipa plotseling ‘En wat zullen we nu doen met Bert’. Waarop ik direct antwoordde ‘doen natuurlijk’. Waarop hij ‘vooruit dan maar’, waarop ik als een haas een briefkaart gehaald en hij die beklad. Gistermiddag kwam Bertje op zicht, voorloopig op proef tot Januari. Dus dat is gelukkig voor elkaar, 't is een pak van m'n hart. Mieneke is er ook aardig mee ingenomen. 'k Krijg er langzamerhand wel een beetje meer zin in.

'k Ga morgen niet naar Leiden. 't Werd me te veel en te duur twee maal achter elkaar. 'k Ga nu alleen de volgende Woensdag. Om 8 uur hier weg, langs Leiden naar den Haag. Morgenavond heb ik een advertentie in het Vaderland. ‘Dame b.b.h.h.’ Wil je werkelijk mee die kamers kijken? 't Lijkt me maar een bedenkelijk plezier voor je of was het ook maar een mopje. Niet dat ik niet leuk zou vinden.

Tante Bert uit den Haag logeert hier, heel gezellig. Vanmiddag kwamen op eens Mans en Jans Engelkes uit Wommels, ze bleven koffiedrinken. 'k Moest inwendig aldoor lachen.

Sien, ja, nee enz. Toch goeie menschen. Engelkes zelf wordt langzamerhand wat ‘goeig’. Hij preekte in Haarlo Zondag. Ik kon niet laten tot slot iets uit te laten over mijn verstandhouding tot jou. Ze zeiden niet veel, 'k had zeer m'n draai!

Vanmiddag op een karpet uitgeweest. Allemaal monsters, ettelijke in huis gehad, maar ik stuur ze allemaal weer terug. 'k Ga maar eens naar L.O.V. in Oosterbeek. 'k Kan onmogelijk zoo'n mormel koopen en er staat hier zoo erg weinig bij al die ‘gobelins’.

Ga je Zaterdag naar Brussel? Een leuk reisje. Mien en ik gaan voor de garderobe naar Arnhem en zullen aan je denken. 's Avonds naar de bios.

Ik mis je zeer. 't Schiet me aldoor te binnen, dat ik zoo blij ben je ‘vriendin’ te zijn. Went de school al weer. 'k Kan me het ‘vreugdevolle’ handenschudden goed voorstellen. ‘Waar bent U geweest in de vacantie?’

Dag hoor.

Schrijf nog maar eens gauw.

Dag.

tuut van Ant.

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie