Menno ter Braak
aan
Ant Faber [Scheveningen]

Rotterdam, 9 januari 1933

Rotterdam, 9 Jan.’33

 

Lieve Ant

Heb je er iets tegen om Woensdag hier te komen? Ik ben n.l. erg court d'argent en moet sparen, om mijn pak te kunnen betalen. Als je dan met den gewonen trein komt, haal ik je af en wandel met je naar de Beukelsdijk, die binnen een maand je echtelijke woning zou hebben kunnen zijn (pro forma dan!) als je gewild had. Maar ach...

Zonder gekheid, neem me die gekheid van dat overhaaste huwen maar niet kwalijk! Ik wou er eigenlijk alleen mee zeggen, dat ik voor mij geen gevoel van angst meer heb en dus ook wel morgen zou willen trouwen. Het zou overigens een onbekookte onderneming zijn, dat zie ik wel, dus: prepareeren wij ons voor Juli!

De brief van papa heb ik nog eens goed overgelezen; ik vond hem toen erg aardig en haalde er ook zijn ‘spreektoon’ uit, die ik zoo bijzonder op prijs stel. Het is toch werkelijk een model vader, daarover kan geen verschil van mening bestaan. Ik zal hem nog even antwoorden en dan meteen iets van ‘Juli’ laten vallen. In het vage, zoodat je er nog af kunt.

tot Woensdag dus?

hart.

je Menno

 

Het wezen v. Vriesland heb ik tenslotte een briefje geschreven. Ik kon me niet meer opwinden. Hierbij eenige interessante copieën, die ik Woensdag graag terugkrijg.

De du Perron's waren deels (Bep) ziek, anderdeels naar omstandigheden wel. Die erfenis quaestie is bespottelijk!

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie