Menno ter Braak
aan
Victor Varangot
Rotterdam, 27 oktober 1933
R'dam, 27 Oct. '33
Amice,
Door allerlei beslommeringen van pesterige aard kan ik je eerst heden antwoorden op je brief uit Brussel. Het doet me pleisier, dat je daar heen bent gegaan; een zekere wisseling van woonsfeer heeft mij destijds (1927, Berlijn) veel goed gedaan, al is die woonsfeer dan ook maar bijzaak. Het is heel wat anders, het leven in Brussel te wantrouwen dan in Baarn. Zend mij eens nadere berichten over die jood-russen? En over je verdere plannen.
Hierbij zend ik je je aanteekeningen over de muziek terug. Ze zijn te fragmentarisch, dunkt me, om in dezen vorm gepubliceerd te worden. Bovendien is het inleidend gedeelte enigszins een herhaling van mijn ‘Demasque’ (de rest niet!). Ik zou je aanraden, dit materiaal te verwerken in een grootere studie over de muziek, want er staan heel scherpe dingen in. Gebruik vooral niet te veel wetenschappelijke woorden. Je hebt er neiging toe; ze klinken mij altijd ‘verbergend’, hoewel ze het bij jou al vaak niet meer zijn. Schrijf vooral door, ik heb er vertrouwen in! Vooral, omdat je intellect zoo scherp is.
Ik ben de volgende week (29 Oct.-5 Nov.) in Eibergen. Daarna weer Beukelsdijk 143b.
Bedankt nog voor Wagner. Ik heb er veel pleizier van gehad!
Vgr.
Origineel: Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam