Truida Varangot-ter Braak
aan
Menno ter Braak
Woluwe, 24 januari 1938
Woluwe, 24 Januari 1938
91 Gribaumontlaan
Beste Menno,
In de eerste plaats hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag. Het spijt me dat ik bij deze gelegenheid over onaangename kwesties moeten schrijven.
Wij wilden Greshoff's onbetrouwbaarheid aantoonen en jij wilt, uit vriendschap, niet aan zijn betrouwbaarheid twijfelen. Dit is natuurlijk een vicieuze cirkel, waar geen oplossing voor is. Maar je gaf voor wel te willen twijfelen, door exacte beschuldigingen uit te lokken. En toen wij die gegeven hebben was het weer uit met je wil om te twijfelen en is alles à priori vuile laster. Het is n.l. onmogelijk dat je in die korte tijd een onderzoek naar de waarheid van de beschuldigingen hebt ingesteld. Tenzij je tegenspraak van Greshoff als een bewijs neemt. Je begrijpt dat, vanwege de vicieuze cirkel hierboven genoemd, dit voor ons geenszins geldt, en aangezien wij die dingen heusch niet zoo maar uit onze duim zuigen en jij er op aangedrongen hebt dat wij niet in het vage zouden blijven, is deze reactie van jou ongerijmd. Je zou tenminste onze beschuldigingen moeten weerleggen. Een van de redenen waarom wij steeds op een mondeling onderhoud hebben aangedrongen in aanwezigheid van Greshoff was, dat wij deze gang van zaken voorzagen. Wij mogen onze beschuldigingen uiten maar wij mogen niet Greshoff's verdediging hooren. Ook hij persoonlijk wil zich niet verdedigen tegen ons. Dit kan ons alleen maar sterken in onze overtuigingen; evenzeer als jij een gedocumenteerde beschuldigingsacte verlangde, verlangen wij naar een gedocumenteerde weerlegging en zoo niet de erkenning van de juistheid der feiten. Dit is niet af te doen met woorden als smerig. Het wàs een smerige zaak, maar dat is onze schuld niet. Wanneer je niet zoo onredelijk wantrouwen tegen ons had gehad, behoefden wij niet met deze smerige dingen te komen aandragen.
Als we je als overtuigde en medeplichtige beschouwden, zou Victor niet nog bewijsmateriaal voor de kwestie, waar het oorspronkelijk om ging: jouw verkeerde voorlichting door Greshoff, gestuurd hebben. Wij beschouwen je als een medeplichtige van Greshoff, welke laatste een goed begrip van jou voor de Vlamingen, zoowel als een goede verstandhouding tusschen jou en ons in den weg staat.
Tenslotte doe ik nogmaals dringend beroep op je goede wil om deze dingen mondeling te willen regelen. Wij zijn als partij gehandicapt omdat we niet zoals Greshoff, het geld te missen hebben om op critieke oogenblikken naar Den Haag te komen. Ik vraag je dus uitdrukkelijk wanneer wil je naar Brussel komen of wanneer kunnen wij je in Den Haag zien.
Met hartelijke groeten,
je Truida
Ik stel voor elkaar het aanstaande weekend te ontmoeten. Voordien kan ik in ieder geval niet weg, daar Maurice de vorige week een 10-tal dagen naar Zwitserland is [x]
Origineel: Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam