Truida Varangot-ter Braak
aan
Menno ter Braak
[20 december 1938]
Menno
Hoezeer jij onder invloed staat blijkt uit je lezing over iets wat je ‘zelf meegemaakt hebt’. Ik heb mijn brieven aan Jan nog eens overgelezen en kan hoogstens voor de voorlaatste de term hysterisch aanvaarden. Ik kan je veel kleine trekjes geven die mij Greshoff's karakter hebben doen kennen, je zou voor sommige zeggen: wat heb je er mee te maken, voor de andere: resentiment. Ik houd je inderdaad voor een resentimentsmaniak, als ik rancune tegen Greshoff zou hebben dan zou dat [xxx] beginnen omdat ik nu merk hoezeer je houding tegenover Victor door hem beïnvloed is. Dat vermijden van een brouille door ontloopen is voor mij voldoende reden om niet verder te onderhandelen. Als jij het bijzijn van Victor niet kunt verdragen, ik verdraag het niet dat jij op een dergelijke toon over mijn man schrijft. Wat de kwestie Greshoff betreft: Maurice is bezig zijn bezwaren te formuleeren en zal ze publiceeren. Neem daar dan kennis van. Ik schrijf blijkbaar een taal die jij niet kunt lezen.
Truida
Origineel: Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam