E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Gistoux, [12 april 1932]
Gistoux, Dinsdag.
Beste Menno,
Daarnet krijg ik van Ant het artikel van Jacob toegestuurd*. Het is toch ìn-treurig, en voor déze ‘lettré's’, naast de Donkerslooten, schrijven we nu, publiceeren we althans, in Holland! Waar halen we de goede moed vandaan om het twee jaar vol te houden? Ik ben er nù soms al volkomen misselijk van. De groote moeilijkheid is om frisch te blijven, in zoo'n pest-atmosfeer van dierbare verstomptheid.
En wat die Jacob al niet gelezen heeft! Bij Vera denkt hij ‘maar liever niet’ aan de revolutieroman van papa France; bij Hampton Court gelooft het klootje te doen te hebben met een soortement pastiche van Proust! En de 1000en imbecillen die zich voorstellen dat dit alles wel dik in orde zal zijn. Enfin, het staat gelukkig maar in de Nieuwe Gids, de vullisbak par excellence van de Nederl. literatuur van dit tijdvak. - Heb je dien klungel nog geantwoord? Haal hem dan toch uit den waan dat wij zijn versjes hebben teruggestuurd om hun pederastische ‘inslag’. Zeg hem carrément dat ze voor ons zoo’n snert waren, dan weet hij meteen dat hij de relatie met ons niet hoeft aan te houden.
Ik word ziek ook als ik denk aan de artikels die men nog zou moeten schrijven. Jij hebt heusch oneindig meer goede moed en opgewektheid dan ik. Ik zou het allerliefst willen vergeten, dat er zooiets als een Nederl. literatuur bestaat; niet omdat er een paar Thonie's en Theuntjes en Hiegentlichen bestaan, maar omdat dit nu eenmaal altijd de ware producten van dien bodem zullen blijven. Hoeveel intense, en vereerde, kalkpotten tegenover één Huet en één Multatuli. En die grondige burgerlijkheid, die is blijven bestaan, een beetje veranderd, maar eens zoo dik en overtuigd, na, en zelfs gedurende '80! Een Johan de Meester is, in het Hollandsche verband, een levendig en geestig auteur; Querido een reus van kracht en belezenheid (voor dit spektakel van autodidactenprots en Byzantisme-voor-de-Jordaan vindt men in de wereldliteratuur maar één pendant, geloof ik, een idioot genaamd Jean Lombard!); Coster-Donker-Hiegentlich is één constellatie van ernstig-voelende, breedkijkende, zeer gecultiveerde Nederlandsche lettrés!** En dat is onuitroeibaar voor dat land. Forum is, in wezen, een doodgeboren kind, dat wij met kunst en vliegwerk, en ten koste van verdomd veel geestkracht, goed humeur en enfin, levensvreugd, 2 jaar schreeuwend zullen houden. En dan... Ik ben er dan uit, hoop ik. Jij toch ook? Dan moeten Vestdijk en Blijstra het maar doen, of Marsman maar weer eens, als Djoeke dan tenminste niet resoluut Alie Smeding op zijn eieren legt. Enfin, het beste! Hart. gr. van je
E.
* Ik stuur het door naar Bep, die er ook in voorkomt; misschien krijg je het Donderdag al van haar terug, als de post een beetje goed gaat.
** Dat Coster de dominee, Donker de leeraar M.O. en Hiegentlich de schoolmeester met acte Fransch is in dit verband, doet er niets toe.
Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag