E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Bellevue, [13 februari 1933]
Bellevue, 13 Febr.
Beste Menno,
Het stukje over Donker (door Stelberg) was weer onthullend; in het panopticum van Jan, dat ik hier insluit, heb ik met zijn goedvinden nog een voetnoot daarover aangebracht. Het deed mij verder plezier te zien dat ‘men’ hier en daar ook nog met instemming mijn revolutiestuk las. Ik schreef een anderen, korteren, brief aan Vic, die vanmorgen wegging. Stuur mij de ‘eerste lezing’ terug. - Wij zijn het weer roerend eens!
En wanneer zend je me het stuk van Heeroma nu terug?
De Februari-Forum kwam. Rest dus nog de 2 N.R.C.'s, die ik je opgaf. - Dank voor ‘Maulnier’. Ik ben zeer benieuwd te hooren hoe jij hem vindt.
Wat ik je over die diepte en oppervlakte schreef, was dus gezwam in de ruimte. Ik neem het direct aan, omdat ik je 3e hoofdstuk niet las.
Marsman schreef mij ook weer over Dumay, en dat hij mijn en Bep's waardeering ervoor totaal ‘onverklaarbaar’ vond; wschl. beïnvloed door onze conceptie van jou als totaal-figuur. Maar als dit zoo was - en ik ben er zeker van dat het bij lange na niet zoo simplistisch is - dan nog was onze manier van zien niet foutief. Als roman is Dumay bovendien 6 × zoo goed als Vera, dat staat vast. Maar op zichzelf zegt dat natuurlijk niets. En dàn... Mijn stukje over Harris-Kingsmill heb je nu wschl. in de N.R.C. gelezen. - Vertaalde mej. Donkersloot Ambrosia, met het oog op Vera Janacopoulos in eigen persoon? Of was het zoomaar een kunstemotie die haar hiertoe dreef? Heb je haar al op haar verwantschap met Heeroma gewezen?
Benieuwd naar wat je zeggen zult over Walschap. Ik weet nog heelemaal niet wanneer ik naar Brussel kan. Later meer, ook daarover.
Hartelijke groeten van Bep en aan Ant en Truida en van je
E.
P.S. Slauerhoff stuurde een smaadvers in - tegen wie? - waar ik niets van begrijp. Verder wel aardige dingen.
Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag