Menno ter Braak
aan
E. du Perron
Rotterdam, 3 september 1933
R'dam, 3 Sept. '33
Beste Eddy
Een dag in Rotterdam terug. Wij vergaan momenteel nog, zooals je begrijpen zult, in een enorme rotzooi van meubels en huishoudelijke artikelen; gelukkig zijn onze bedden in elkaar en we hebben er vannacht goed op geslapen. Ik zag nog niemand, behalve den politie-inspecteur Kok. Ook Zijlstra nog niet, maar ik zoek hem spoedig op. Na je brief vrees ik het ergste voor Forum. (ook voor mijn Politicus, want hoewel Zijlstra voor 2 Aug. zou decideeren, heb ik nog niets gehoord!). Ik ben zelf ‘ambivalent’ ingesteld. Eenerzijds zou het me opluchten van de verantwoordelijkheid voor de redactie volgend jaar af te zijn en me heelemaal in mijn eigen atmosfeer te kunnen retireeren, anderzijds weet ik bliksems goed, dat we bij de opheffing van Forum op de genade van een paar menschen zijn aangewezen (Jany, Coenen, Kramers), die ons òf maar half helpen kunnen (met papier) òf het nog niet voor 1/4 willen. Blijft Forum bestaan, dan voorzie ik botsingen vanwege de ‘politiek’; wij worden immers met den dag partijdiger en zullen steeds meer moeten afrekenen met fascisten e.d. Enfin, dat vertel ik Zijlstra niet. Je hoort van deze affaire meer, zoodra ik er meer van kan zeggen. (ook Maurice zal trouwens in ev. reorganisatie moeten worden gekend!). In ieder geval zal ik me op het standpunt stellen, dat de 64 pag. moeten blijven; tegenover de abonné's moet er geen vermindering zijn, in welk opzicht ook.
Ik ben plotseling in Stirner gevallen. Vreemde ontdekking a posteriori: dat mijn hoofdstuk over den ‘geest’ erg Stirneriaansch is, veel meer dan Nietzscheaansch! Ik zal, denk ik, nu een voorrede bij den Politicus schrijven over invloed van schrijvers, die men niet gelezen heeft. Ik heb er al een schema van; tevens vol ‘waarschuwingen’ aan nederl. lezers, om me goed te begrijpen inzake het ‘notariaat’. - Overigens is Stirner een zeer onafhankelijke, moedige denker; en ik vind, dat Gide hem onderschat in Prétextes. Hij heeft gelijk, als hij hem een herkauwer noemt, maar Stirner is 100% ‘eerlijk’, en dat zegt ook wat. Natuurlijk legt hij het tegen Nietzsche af, omdat hij in laatste instantie een betooger blijft, een propagandist (hij staat misschien gelijk met Carry v. Bruggen in Prometheus, wat stijl betreft, maar is veel verder als denker; bij hem geen ‘geest’ meer, of het absolute!); Stirner is de ‘aap’ van Hegel, zouden de Hegelianen zeggen (zooals Nietzsche de ‘aap’ van Schopenhauer is; hij kan niet philosophisch kijken), maar terwijl Nietzsche veel andere kanten heeft, is Stirner een abstract* denker gebleven.** De brief van Gide over Nietzsche is meesterlijk, van accent vooral.
Nu nog wat: ik heb naar het baantje van Borel gesolliciteerd, in voorloopige termen natuurlijk, want Borel is nog niet katholiek begraven. 's Gravesande ried mij aan, het dadelijk te doen. Wat doe jij? Er zijn natuurlijk oneindig veel beroerde kanten aan zoo'n betrekking; maar het schoolmeesteren heeft er misschien evenveel, en in jouw geval zou ik het zeker probeeren. En Greshoff, Slauerhoff? Overigens denk ik nu alweer, dat noch jij, noch ik kans zullen hebben; we zijn niet bezadigd genoeg. Maar het is te probeeren.
Ik heb Angst besteld. hart. gr. van ons beiden voor jullie beiden. je
M.
* hoewel hij toch soms grappige concrete voorbeelden heeft, en niet door de niaiserie allemande getikt is.
** aan Stirner's conclusies ben ik nog niet toe; maar zijn stijl heeft weinig variabels, ik geloof, dat ik hem al ‘geraden’ heb.
Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag