Menno ter Braak
aan
G.H. 's-Gravesande (Den Haag)
Rotterdam, 2 september 1933
2 Sept. 1933
Zeer geachte Heer 's Gravesande
Hartelijk dank voor uw snelle reactie op mijn brief! Ik heb dat ten zeerste op prijs gesteld. Vandaag nog heb ik aan den heer Schilt geschreven, dat ik gaarne in aanmerking zou komen, met de mededeeling, dat ik hem met uitvoerige inlichtingen ten dienste sta. Het leek mij wat praematuur, die er nu al bij te doen, waar er nog geen officieele oproep is. Ook verzocht ik hem, als hij over mij zou denken, mij daarvan nader bericht te zenden. Zou dat voorloopig voldoende zijn?
Natuurlijk zal er wel enorme liefhebberij zijn voor deze positie. Ik ben benieuwd, wie er nog meer op af zullen komen; Greshoff en Slauerhoff zeker, denk ik!
Mocht u nog iets naders weten, dan houd ik mij aanbevolen. En nogmaals hartelijk dank voor uw advies. (Ik heb in den brief aan den heer S. Uw naam genoemd; dat is toch zeker geen bezwaar?).
M.vr.gr. gaarne Uw
Menno ter Braak
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum