Menno ter Braak
aan
E. du Perron
Rotterdam, 23 oktober 1933
R'dam, 23 Oct. '33
Beste Eddy
Hartelijke dank voor je brief van 17 dezer. Ik kan vandaag pas antwoorden, omdat ik het week-end in Amsterdam passeerde, bij Binnendijk. Je eerste reacties op de eenzaamheid begrijp ik geheel. Misschien sta je er nu al weer volkomen anders tegenover, na acclimatiseering. Overigens zou ik momenteel graag in die buurt zitten; maar ik kan onmogelijk weg in de herfstvacantie, wegens absoluut geldgebrek. - Van Het Vaderland nog geen uitsluitsel. Ik hoorde nu alleen nog, dat Top Naeff gesolliciteerd heeft (of door een x naar voren is geduwd), waardoor de kansen mij weer met 75% lijken geslonken. Want deze compleet haegsche dame, bovendien toneelexpert en adviseuse van het hofstadtooneel (met welke hoofdactrice Annie van Ees Nijgh weer onder één deken ligt), lijkt mij alle advantages te hebben, die voor dit beroep maar vereischt kunnen worden.
Gisteren niet onaardig incident bij Binnendijk. Ik had n.l. Marsman je Indische mémoires meegegeven, en hij verscheen nu, na ze gelezen te hebben, bij Binnendijk, met de heftigste betuigingen van afschuw. Hij vindt de heele boel (vanaf III dus) vervelende inventaris, absoluut onbelangrijke opsommingen van peuterige details etc. etc. Vooral: erg vervelend. Dumay was hem nog antipathiek, dit verveelt hem alleen maar. We hebben er heftig, en natuurlijk zonder eenig succes, over gedebatteerd. Ik heb hem gezegd, dat hij dan toch ook Henri Brulard integraal verwerpen moest; wat hij, na eenige aarzeling, dan ook vrijwel deed. (Hij was, als steeds, in het gesprek alleraardigst!). Je zult hier van hemzelf wel het noodige over hooren. Je zult begrijpen, dat mij dit oordeel heimelijk veel pleizier bezorgde; immers zijn veroordeeling van Dumay kon ik natuurlijk nooit volkomen ‘objectief’ beoordeelen, terwijl ik van dit deel van Ducroo zonder ‘eigenbelang’ kan zeggen, dat ik het superieur vind. Dat hij Dumay nog antipathiek en Ducroo alleen maar vervelend vindt, bewijst mij, dat ik gelijk had, toen ik je schreef, dat Dumay de mindere was van Ducroo! - Zoo juist loopt Angèle Degroux binnen, dat er keurig uitziet, moet ik zeggen; ik bekijk het met een genegen blik, om Marsman himself; hij is altijd buitengewoon prettig in het debat, heeft niets van de stijfheid van Binnendijk, die nog altijd Max Donner-allures krijgt, als de poëzie ter sprake komt. Verder is hij een geschikte en zelfs heel bevattelijke kerel gebleven, dien ik graag mag. Had destijds Nijhoff hem maar niet gebeten...
Over De V. Bl. is al gedonder, terwijl er nog niets is. Jan Engelman schijnt een dictatuur te willen, waarvoor ik natuurlijk niets voel. Voorts heeft Jan Greshoff via Pannekoek al een ‘beriggie’ gelanceerd, geheel ontijdig natuurlijk. Zijlstra schijnt echter met zijn 3 maandelijksch plan op de proppen te willen komen. Gaat dat, dan pas ik voor D.V. Bl.! Maar ik weet niets zeker.
De Cahiers zijn gekomen. Zoodra ik tijd heb, zal ik ze schiften. Ik hoop op de herfstvacantie. - Byron, waarover ik je schreef, schijnt maar ƒ 4,50 te kosten! Is dat zoo? (ik dacht n.l. ƒ 50!!) Dan kan ik het natuurlijk gewoon aanschaffen.
Met gelijke post gaan: Angst en Dumay als drukwerk. Doe mij nu een tegenpleiziertje, door Dumay nog eens heelemaal te ‘nemen’, in vogelvlucht natuurlijk, en dan je opinie nog eens te formuleeren. Dwinger kreeg ik. - Angst las ik nog niet. Wel allerlei fragmenten van Kierkegaard uit andere boeken (in een anthologie), die heel goed zijn.
Het allerbeste voor jullie beiden in de provincie! Ant laat jullie hart. groeten! een speciale hand van je
Menno
Ik krabbel voortdurend in mijn aanteekenboek over de calendermoraal. Lees onderwijl Vie de Napoléon (heerlijk en precies, wat ik ervan gehoopt had) en Céline (matig, geen calender, maar een ‘eerlijke en wanhopige slaaf’ met dito moraal).
N.B. Ant, die zeer enthousiast is over Ducroo, vindt Soekaboemi wat lang. Voor de rest uitstekend.
Ik heb in een nieuw weekblad, De Nieuwe Pers, iets onzegbaar ergs gelezen, onderteekend E. de R. Is Bep dat? Dan... hulde!
Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag