Menno ter Braak
aan
E. du Perron
Den Haag, 26 april 1934
den Haag, 26 April '34
Beste Eddy
God zij dank is het boekennummer nu bijna gezet en gebakken! Het was een betrekkelijk ingespannen werkje, niet extra onaangenaam overigens, want ik moest vrijwel alleen verzamelen en kon zelf met een inleidend kattebelletje volstaan. Voor mij zeer instructief was een prijsvraag: ‘kan de mensch zonder boeken leven’. De Haagsche antwoorden daarop waren voor 98% een ontstellende documentatie van mijn these over den ‘geest’. Zes lieden b.v. ‘konden bij brood alleen niet leven’, zeker zestig van de tachtig renden naar het Hoogere toe, zonder eenig motief. Ik heb tenslotte een tweetal nogal scherpzinnige heeren en voor de lol als derde een zakenman bekroond, wiens vrouw romans schreef (hij uitte zich daar zeer oneerbiedig over). Dit alles is mijn tegenwoordige ‘ersatz’ voor de schooljeugd en de leeraarskamer. Tragisch is het heelemaal niet, wel tijdroovend. - Ik vrees, dat de anecdoten van Chevasson te laat komen! De goede Hein is bereids aan den gang geweest en heeft merkwaardige dingen te voorschijn getooverd. - Zeer in mijn sas met Bep's briefkaart over den Politicus! Ik hoop een gebonden ex. voor haar over te houden, anders krijgt ze er toch wel een; maar even afwachten. Het aspect van de kaft is mijn ‘schuld’. Je gissing is bijna juist: toen Zijlstra mij dit ontwerp (van Kor Postma, waarom ‘Ur’?) liet zien, vond ik het contrast van inhoud en uiterlijk (bemiddeld door den dubbelzinnigen titel) zoo aantrekkelijk, dat ik dadelijk toesloeg. Zoo erg vind ik het trouwens nog niet, want het is voor de etalage bestemd en het bandje is grijs met een heel klein opschriftje. [Het Carnaval wordt positief in den herfst herdrukt! De omslag kan wegblijven!] Bovendien: de kleuren zijn die van Mussert! denk even aan de intense teleurstelling van den N.S.B.-kooper! Maar die lui zijn ongetwijfeld veel te stom zelfs om te koopen!
De brief van Liepmann kreeg ik ook al via Kramers-Rost. Natuurlijk wil ik hem helpen, maar ik geloof geen moment in het succes. De heele geste is bovendien weinig heldhaftig, op het kruiperige af; waarom bemint hij Holland zoo? Kramers heeft nu nader contact met Rost gezocht. Ik zou een andere vorm absoluut aanraden; dit legt Colijn naast zich neer.
Wat die vertaling van Landor betreft: stuur die mij. Er is natuurlijk kans, dat Het Vad. die neemt, maar ik moet dan eerst weten hoe of wat. In dat geval: honorarium.
Wat was het repliekje van Defresne?? Dat interesseert me, hij is zoo'n ‘groot regisseur’. Ik vermoed zoo van een beschuldiging van ‘vriendjes voortrekken’ of iets dergelijks. Dat ligt in de lijn van het regisseeren.
Bedevaart naar Grenoble volg ik met gloeiende belangstelling. Stuur bij de brief vooral ook iets, dat te clicheeren is! Trouwens toch: als jullie bij een brief een plaatje hebt, kan dat vaak gereproduceerd worden: Ik heb het graag, in het algemeen, maar zeker bij Stendhal.
Voor de gebonden boeken doe ik moeite. veel hartelijks voor jullie beiden, ook van Ant, je
Menno
Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag