Menno ter Braak
aan
E. du Perron
Den Haag, 29 mei 1934
den Haag, 29 Mei '34
Beste Eddy
In omgaand antwoord op je kaart heb ik je vandaag D.N. Gemeenschap gezonden, die ik hier nog vond, en Kramers verzocht je Theun omgaand te zenden, hetgeen hij beloofde. (Je hebt toch vrede met hem gesloten? Hij is werkelijk een van de zeldzame betrouwbare lieden hier, zij het dan ook lang geen calender. Hij is van het type ‘strijder tegen onrecht’). Het colophon gaat hierbij:
p. 237: | Utrecht, in het licht van Allerheiligen, 1933 |
p. 238: | Harten en Brood |
een roman, werd door Albert Kuyle geschreven in zomer en najaar 1933, naar het gelijknamige filmscenario van zijn hand. Verspreiding, vertaling, of overname van dit werk of gedeelten daaruit in bloemlezingen door de radio of anderszins, alsmede adoptatie voor de film of het tooneel worden door den schrijver uitdrukkelijk verboden.
Ik hoop, dat je het mannetje niet te veel eer zult bewijzen en hem vooral als onderdeel van Jan Lubbes zult behandelen. Dat is mijn eenige angst voor dit stuk: dat je te veel eer zult bewijzen. Verder twijfel ik er niet aan, of het zal raak zijn. Tegenover dezen bollen Kuyle past alleen een serafijnsch-wetenschappelijk-nuchtere toon, om in den stijl van Max Kijzer te spreken. Alleen als hij met milde strengheid wordt afgestraft, zal hij duidelijk beseffen, wat hij is: een inwoner van Utrecht op zijn smalst, meer niet. - Het idee Jan Lubbes is overigens uitmuntend; het vertegenwoordigt werkelijk een waarde.
Ik zal Querido nog even duidelijk schrijven, dat ik eerst calculatie moet hebben van de ‘kwaaiste kans’. Maar eigenlijk heb ik hem dat al geschreven; alleen, duidelijkheid is in dezen absoluut noodzakelijk.
Last komt mij voor precies het volgende te zijn: een geschikte vent, totaal over het paard getild in ‘revolutionnaire’ kringen, daardoor ijdel geworden, dientengevolge er op gesteld, die ijdelheid ook beloond te zien in ‘onze’ kringen; eigenlijk een bourgeois, maar uit de schuit gevallen in de puberteit en nu zich, omdat hij toen een figuur werd, met puberteitsoverwegingen vastklampend aan die figuur. Hij is bijwijlen kinderachtig romantisch, voelt zich erg ‘vervolgd’ (à la Stepan Stepanowitsch uit De Demonen) en heeft het ook wel beroerd trouwens; maar documenten, die hij bij mij wou achterlaten, omdat hij ‘iemand’ moest bezoeken, die hem zou kunnen berooven van die stukken, vergat hij achter te laten, omdat hij inmiddels bij ons gelogeerd en ontbeten had; toen had die pose blijkbaar geen zin meer. Dit soort revolutionnairen lijkt mij van twijfelachtige qualiteit. Hij kijkt eigenlijk erg op mij neer, geloof ik, omdat ik een ‘dilettant’ ben, al houdt dat waarschijnlijk in, dat hij ook jaloersch is op mijn onafhankelijkheid van een puberteitsideaal. Ik heb hem nu tegen zijn ‘eereraad’ verdedigd in Het Vad., maar meer omdat ik A.M. de Jong een ploert vind. Van Last ben ik in dezen niet eens zoo zeker.
Müller Lehning is veel aardiger! Ik zei hem, dat hij jou eens moest opzoeken; hij is deze week in Parijs. M.L. is syndicalist, heeft niets van de vereering voor sovjet-Rusland.
De Forum krijg je in ieder geval. Ik vraag ze voor niets; doen ze dat niet, dan heb ik hier nog wel de meeste losse nummers.
Jan Greshoff stuurde me weer drie kapittels van zijn roman. Ook autobiographisch, ongeveer in den stijl van Ducroo, lang niet slecht, maar met die ondefinieerbare hang naar het - het vulgariseerende toch. Bovendien proclameert hij zichzelf tot landjonker, wat ik niet in overeenstemming vind met de laatste eerlijkheid, die hij zegt te willen betrachten.
Wat Gans en Last in Forum betreft: ik voel voor deze politieke kant weinig. Maar tegen Last heb ik gezegd, dat wij alleen de qualiteit beoordeelden en hem verder attent gemaakt op de paragraaf in het contract over de politiek. Ik ben ervan overtuigd, dat juist onze politiek wel in Forum mogelijk is, maar ook alleen omdat wij met partijen intrinsiek niets uitstaande hebben. Wat zou Gans willen schrijven? Alles hangt van zijn stuk af; het onderwerp zegt ook niets, want elk onderwerp, het allerpolitiekste, is zoo te behandelen, dat het voor ons te gebruiken is. Bedenk je nog eens, eer je het idiote porto voorstel van Het Vad. accepteert! Het is, meen ik, meer dan f 5 per 3 maanden!
Hein zwijgt nog over den Politicus. Hij heeft het nog niet gelezen, denk ik. Müller Lehning heb ik een exemplaar cadeau gedaan. Maar al deze menschen zijn al veel te veel ‘figuren’ (Hein van de bibliophilie, M.L. van de anarchie) om nog anders dan in woordballetten te kunnen denken. Wat de ‘laatste dingen’ betreft tenminste.
Ik heb deze week voor Het Vad. over die Jap. arbeidersroman geschreven (Straat zonder zon, vert. van Coenraads). Hier en daar wel boeiend, maar toch wel erg de Japansche Jef Last. Deze stijl belooft, om met graaf Keyserling te spreken, ‘planétair’ te worden.
Heb je de drukwerken ontvangen? En den verleider? Die is helaas te laat gekomen; maar als je een onderschrift hebt, kan het toch nog best als panopt. in Juli, dunkt me. hart. gr. ook van Ant, voor jullie beiden
je
Menno
Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag