Menno ter Braak
aan
Cola Debrot

Den Haag, 29 mei 1934

Beste Cola,

Vergeef mijn lang stilzwijgen na je bezoek: ik las eerst vandaag je novelle, omdat ik door het journalistieke werk maar niet aan een behoorlijk vrij uur kon toekomen. Nu typ ik ook, omdat ik mijn hand niet wil bewegen al schrijvende.

Ter zake. Je verhaal is ronduit uitmuntend. Onvergelijkelijk veel beter dan De Mapen, niet alleen van schriftuur (ook dat), maar over de heele linie. Prachtig van sfeer, geen moment te lang, bovendien nog uitstekend van intrige en ontknooping. Natuurlijk zal ik het, zoodra de beide anderen het gelezen en goedgekeurd hebben (waaraan ik geen moment twijfel), zoo spoedig mogelijk (in tweeën) plaatsen; het is helaas voor ons te lang voor ineens, want dat zou nog beter zijn.

Er komen zooveel goede vondsten in voor, dat ik niet zal detaileeren. Dat heeft trouwens weinig zin, want er is eigenlijk geen punt, waarop de spanning verslapt.

Ben je al aan ‘streken’-verhaal begonnen? Ik ben na deze ontmoeting dubbel benieuwd.

hart. gr., ook van Ant,

t.t. Menno

Origineel: particuliere collectie

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie