E. du Perron
aan
Menno ter Braak

Parijs, [7 juli 1934]

Parijs, 7 Juli.

Beste Menno,

We schrijven alweer langs elkaar heen. Hierbij het portret van het kotsheertje terug. Dank voor de Politicus die ‘bereids’ kwam. Verzen van Slau: ik weet er zelf niets van! Het beste is dat je mij alles opzendt, ik neem dan alles mee naar Tanger (àls ik daarheen ga) en zend je van daaruit wat ongepubliceerd is - misschien ook nog andere, die ik dan wel leesbaar overschrijf. Anders correspondeer ik er met Sl. over.

Vergeet het gevraagde nr. van Forum niet. Kan je me misschien ook dat art. van Schwarzschild zenden, want ik zie dat blad hier nergens. Stuur me dan ook mijn art. over Liepmann terug, want mijn laatste nr. gaf ik hem en dat blad schijnt hier ook absoluut niet meer te krijgen! Schw. stuur ik je terug.

Stuur me ook je bespreking van Eroica natuurlijk. Wat Gide over Nietzsche schreef moest je verrukken, dat zei ik al tegen Bep. - Ik zal Eroica pas over een paar dagen lezen, want ik ben nu heelemaal gepakt door von Salomon, en een beetje goeds verdienen we af en toe wel, tusschen de rotzooi door.

Benieuwd naar Vic's reactie op Ons Deel... Die van Vestdijk is nogal amusant.

Ga vooral naar Grenoble; je zult zien dat je het daar heerlijk vindt. Neem ditmaal niet Nietzsche mee, maar Stendhal. Ik zal je de Soireés du Stendhal-Club zenden als je gaat. Maar ga dan vooral ook in dat pension in Claix.

Hartelijke groeten, ook voor Ant.

Je

E.

Kan je me wat Holl. kranten sturen over de comm. opstootjes in Amsterdam? Of schrijven ‘wat niet in de krant staat’?

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie