Menno ter Braak
aan
E. du Perron

Den Haag, 19 juli 1934

den Haag, 19 Juli '34

Beste Eddy

Zoojuist komt je brief met het merkwaardige document van Gans binnenvallen. De kijk, die hij op de ‘revolutie in den Jordaan’ heeft, bewijst toch wel duidelijk, dat hij veel meer politicus is dan een van ons! Op den achtergrond staan altijd weer ‘de arbeiders’, die tenslotte dit zullen ontdekken en dat zullen ontdekken, of ‘de massa’, die nu eens door deze en dan weer door gene partij wordt misleid. De reportage van de feiten is overigens treffend genoeg en voor de partij van Stalin-Wijnkoop weinig complimenteus. Ik had trouwens van andere zijde ook al gehoord, dat er geen sprake was van communistische ophitsing, maar dat, integendeel, de Tribune allerminst op de gebeurtenissen was voorbereid. Het is werkelijk prachtig, bij Gans verhalen over den moed van Jordaanvrouwen te lezen, terwijl Het Vaderland uitmuntte in verhalen over koene brigadiers! Zoo bestrijden elkaar de wederzijdsche moedigen en wij kunnen niet veel anders doen dan afwachten. Ik heb overigens een stukje over Gide en de Jordaan geschreven, dat ik na lezing van Gans brief nog eens zal herzien, als het noodig is. Hierbij de brief retour; hij zou best gepubliceerd kunnen worden, maar in Forum is dat absoluut onmogelijk, vanwege ‘de paragraaf’. Ik zal hem schrijven over dat artikel; daarvoor is hij zeker de man, veel meer dan Antonini. - Naar Kramers (die ik over Gans opbelde) mij zei, heeft Last niet op de barricaden gestreden, maar uit een raam een redevoering gehouden tot de populatie; nu was hij vermoeid en aan het uitrusten van de revolutie.

Marsman schijnt mij verkeerd begrepen te hebben. Ik schreef hem, dat ik geen basis voor correspondentie meer kon vinden en op een mondeling weerzien zou wachten. Ik heb inderdaad schriftelijk minimaal weinig contact met hem, ook als hij hier is; in een gesprek daarentegen ‘ligt’ hij me volkomen. Waarom dan briefjes forceeren, terwijl ik toch al zooveel te pennen heb? Ik schrijf alleen brieven, als ik er iets in kan zeggen. Forum heb ik hem laten zenden, maar ik kan hem onmogelijk alle nummers sturen zonder ze zelf te moeten betalen.

Misschien kom ik even in Brussel, maar ik kan het nog niet zeker zeggen. Mijn geld is erg schaarsch, ik kan maar niet uit mijn schulden komen. Zend me in ieder geval je adres daar.

Nu nog over je vorige brieven; ik zie, dat ik weer slecht geschreven heb en kan me alleen excuseeren door het ‘handwerk’, dat me soms van al het andere afhoudt, wat met de pen in verband staat. Je twee panoptica heb ik laten zetten; ook Theun dus, die toch erg aardig is. Misschien was mijn antwoord aan dezen jongen man te clement; maar ik ken hem nu eenmaal persoonlijk en had de behoefte hem in een brief tenminste als nog een soort mensch te beschouwen. In de litteratuur ken ik hem niet meer. Jullie voorstel over den J.L.-prijs was zeker amusant, maar als je nu deze lieden eer wilt bewijzen, moet je het doen door zulk een permanente aandacht! Het lijkt me een epistel, dat een paradox moet blijven! Ik zelf zou werkelijk niet de energie hebben om aan de ‘prijzen’ en de natuurlijk ook noodige ‘motiveeringen’ tijd te besteden. Aan de heeren zelf is toch alles verknoeid, dat merk je aan het toontje van Theun. Meneer Luc. Willink heeft een versje over Jan Lubbes in Het Vad. geschreven, d.w.z. het moet er nog inkomen, maar ligt gezet. Beneden alle peil.

Ant is steeds maar van plan te schrijven, ook over den armband, die zij regelmatig draagt en die overal geweldig bewonderd wordt. Maar zij is erg weinig systematisch op schrijfgebied; ineens zal zij zeker de inspiratie krijgen en jullie een geweldig lange brief schrijven. Zij leest altijd je brieven trouw en leeft mee!

Over Jan heb ik voor a.s. Zondag geschreven. Gewordt je. Het boek is prachtig verzorgd, en het eenige bezwaar, dat ik tegen den inhoud heb, is dat jij de voorrede niet geschreven hebt. Die van Bloem is weinigzeggend, formeel. Overigens ‘politiek’, dat niet jij, maar Bloem de inleider is. Ik zal met Vestdijk de zaak van het stuk erover bepraten.

Verdomd vervelend is die Querido met zijn verboden! Ons Deel van Europa kan onmogelijk nog in Augustus. En ik zou het graag in 2 vervolgen hebben geplaatst. Ook Vic was er zeer voor, en wilde zelfs niet weten van fragmenten. Enfin, ik schreef je al, dat het zakelijk voordeel voor het boek door deze situatie wellicht wordt gediend: een ongepubliceerd stuk!

Vandaag gaan aan je adres af: aangeteekend poëzie Slau. Zoek het, als het kan, spoedig voor me uit, want ik heb geen flard poëzie meer! Doe je het? En verder het no. Forum als drukwerk.

Een hart. hand en groeten 2 × 2

je

Menno

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie