Menno ter Braak
aan
E. du Perron

Den Haag, 9 oktober 1934

den Haag, 9 Oct. '34

Beste Eddy

De zaak Spanje is door jullie al verworpen, hoor ik vanmorgen telefonisch van Freifrau de Roos-von Falkenhayn. Achteraf vermoedde ik wel, dat jullie er niet op in zoudt gaan; want het blijkt inderdaad, dat het baantje slecht wordt betaald, en als ‘stukwerk’. Bob schijnt nu een kansje te maken. Maar veel kans geef ik hem nog niet!

Die heer Lewin ontpopt zich steeds meer als een werkelijke ontdekking. Zonder eenige acteursinstincten [iemand, die waarschijnlijk veel beter praat dan schrijft. Tot dat type lijkt hij mij te behooren.]; een ‘honnête homme’, en misschien wel een Jiddische calender. In ieder geval een prima huisgenoot en zeer intelligent in het gesprek. Hij zou ook jullie zeker heel goed bevallen. Wat zijn moed betreft: hij is zeker bijzonder karaktervast, en is ook al eens ter dood veroordeeld geweest in (tsaren) Rusland, begenadigd en daarom naar het front gezonden in 1915, bij het transport uit een pleeraampje gesprongen en aldus aan de Russen en den oorlog ontsnapt. Maar met al zijn avonturen is hij allerminst een avonturier.

Het idee van de aanteekeningen voor Forum lijkt mij opperbest! Hoe wil je die stukken noemen? Ook iets voortgejaagds? Het lijkt me absoluut geschikt voor jouw temperament. Dus zend spoedig! Ik geef Vestdijk en Vic dan wel bericht van de zaak.

Dank voor Lunes en Papier. Hoop er spoedig tijd voor te hebben. Antonini nam ik mee naar de krant.

De Schoone Jacht heb ik inderdaad op het formaat en de typografie in Het Vad. ‘een standje gegeven’. Het is nogal erg leelijk! Van van Schendel krijg ik overigens den bedenkelijke indruk, dat hij heel langzaam wat kindsch wordt. Men zal dat niet zoo gauw merken, omdat zijn superioriteit ook al wat in die richting ligt; maar een paar feuilletons, die hij voor Het Vad. schreef moest ik werkelijk hier en daar stylistisch verbeteren! Om het onnoozele er uit weg te krijgen.

De dialogen vorderen. Vooral de derde dialoog wordt, vreemd genoeg [de dialoog relativeert eenerzijds, maar vuurt anderzijds ook aan! De een durft meer zeggen, omdat hij weet straks te zullen worden tegengesproken.], positief van toon en agressief, juist doordat twee menschen elkaar afwisselen. Maar ik schrijf er eerst nog wat aan door, eer ik ze laat lezen.

Ik moest vandaag over het boek van de Raaf over Kloos schrijven. Een prul! Ik val dus om van de slaap.

hart. gr., ook van Ant voor jullie beiden je

Menno

Forum gaat vandaag weg. Klausje zal ik ook inpakken, hoewel ik zware vermoedens tegen zijn arbeid heb, bij inkijk! Op mijn laatsten brief (o.a. over Cocteau) heeft hij als een onbenul geantwoord. Hij werkt daar met het woord ‘zauberhaft’, voor Cocteau wel te verstaan.

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie