E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Parijs, 9 oktober 1935
Parijs, Woensdag.
Beste Menno,
Met veel genoegen je stuk over Rembrandt gelezen. Daarna Forum genoten. De vlaamsche afdeeling kijk ik gewoon niet meer in; het is eig. toch maar bèst dat we van die lui afkomen! - Mijn bloknootjes vielen me mee; maar ik vrees dat in de volgende portie nu te veel polemiek staat. Misschien kan jij hier en daar wat schrappen, of bekorten. Die Raedt-de Canter-historie moet nu in ieder geval maar naar de rubriek Panopticum. (De Hollandse kritica is misschien nog niet eens zoo'n slechte titel ervoor; maar zet gerust iets anders.) - Kuyle kan misschien wat meditatiever van accent, maar de overeenkomst van heldenmoed tusschen de S.A. en dat loopen tegen die oude madam in Syracuse vind ik toch wel noodzakelijk. In mijn slotnoot over Mussolini staan misschien een paar herhalingen die je weg kunt werken. Als in principe deze notities geaccepteerd zijn kan je ze mij ook terugzenden; ik werk dat dan wel bij; of is het op de proeven ook goed? Graag spoedig bericht hierover en ook spoedig proeven, als het kan, maar dan van de heele portie. - Heb je al bericht van de Vlamingen? -
Bep komt eerstdaags voor twee dagen in Holland, waarvan maar één nacht in Den Haag. Zij zal je Woensdag a.s. opbellen voor een ontmoeting: zou je [jij en Ant? Dat is voor mij één!! zoo worden wij...] eventueel om half 5 kunnen theedrinken in de buurt van het station? (Zij moet ook nog naar Amsterdam.) - Hartelijke groeten, ook voor Ant, van je
E.
P.S. Voor de eerste keer vind ik Else B. ‘onecht’ worden, in die scène van de Mama bij Peter.
Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag