Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

Den Haag, 27 oktober 1934

den Haag, 27 Oct. '34

 

B.J.

Eindelijk kom ik tot antwoorden op je invitatie. Natuurlijk kom ik (en Ant ook) dolgraag, en in principe houd ik het dus op 2 Nov. Maar je weet, dat ‘Cor’ beschikt! Geeft hij een première dan zit ik er hopeloos aan. Het gaat dus allemaal helaas vrijblijvend.

Het stuk van Sijnen over jou is nog niet gezet, zal wel Jan. worden, denk ik. Zoodra het gezet is kan ik je, dat spreekt vanzelf, een proef bezorgen. Het stuk zal je zeker erg boeien. - Verder kan ik je verklappen, dat je in ‘De Tijd’ wordt geprezen om ‘Voces Mundi’. Dat nummer was voor de rest dan ook knapjes beroerd!

Wil je secretaris Varangot eens zeggen, dat ik hem nog een brief schuldig ben, die ik ook schrijven zal, maar dat ik graag nieuwe copij van hem wil hebben! Zijn stuk over Politicus leek mij wat bescheiden; heel goed in de omschrijving van het probleem, maar niet critisch genoeg. Maar met v. Leeuwen is hij de eenige, die er een begrijpende critiek over geschreven heeft.

Hierbij een brief van Eddy (graag terug!), waaruit je een en ander zal blijken omtrent een verzoek aan Jan v. Nijlen. Ik hoor echter, dat die ziek is en wil hem dus liever via jou lastig vallen. De zaak is dus in het kort, dat ik graag alles wil hebben, wat er nog aan ‘Ducroo’ bij J.v. N. ligt, ter keuze voor Forum; en dat die pagina, in de brief nader omschreven, indien present, aan Eddy wordt opgezonden. Wil je dit even voor mij in orde maken? Dank bij voorbaat.

En zend mij zoo mogelijk ook een dezer dagen eens je beloofde poëziekroniek! Kan gerust kort zijn, maar ik had het graag afgedaan.

Dus: hopelijk tot 2 Nov.! Het zou heuglijk zijn!

hart.gr. ook van Ant en aan Aty en Truida

je Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie