J. Greshoff
aan
Menno ter Braak
Schaerbeek, 7 september, 1935
Zaterdag, 7 September 1935
Beste Menno.
Hartelijk dank voor je briefkaart en je dubbelbeeld met duiven. Ook heb ik je ijver bewonderd. Met belangstelling las ik je stuk over Titiaan. Ik had er naar toe zullen gaan, maar de bruin kon het niet meer trekken. Wij zijn goed aangekomen, schoon zéér vermoeid. Ik heb een paar dagen nodig gehad om te acclimatiseeren en om weer in het gareel te komen. Langzaam aan begin ik weer te wennen en langzaam aan ook kom ik weer aan het werk. De resultaten zul je daar in de loop van de week van ontvangen. Morgen komen Eddie en Bep hier. Hoelang zij blijven is mij niet bekend. Hedenochtend bracht de post mij een briefje van Annie van Schendel, meldende dat Sestri letterlijk uitgestorven is. Ik heb de negatieven naar de afdrukker gebracht. Dinsdag a.s. is alles klaar en Donderdag hebben jullie dus je deel in je bezit. Ik doe er dan de drie cliché's, welke ik nog van Ant heb, bij.
Ik greep hedenochtend naar Forum, om daarin op de eerste bladzijde, volgens je zeggen, het historische document Virginia te zien staan, maar vond niets. Heeft Zijlstra je een loer gedraaid??? Of V.v.Vr.?
De brief aan Coenen netjes getikt gaat nu Maandag in zee. Je krijgt er een afdruk van en daarmede kun je dan naar goeddunken, zoo diplomatiek mogelijk, handelen.
Ik zend heden naar jou en Vestdijk ‘Cassandre’ met een artikel van Brulez over ZEd.
Wij zij zeer benieuwd naar jullie Venetiaansche bevindingen: Torcello, o.a. en naar je globale vacantieindruk. Als je nog aardige kiekjes met personen te Venetië gemaakt hebt, houd ik mij aanbevolen.
Met heel veel hartelijks van ons allen, een stevige hand van geheel je JAN
N.B. ik vertaal een stuk voor je vriend Van der Lugt: Napoléon unique door Raynal.
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum