Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

Den Haag, [8 november 1936]

Beste Jan

Het is zoo krankzinnig druk, dat ik noch nieuwe boorden kan koopen noch naar de kapper gaan, sedert twee dagen. Veel nachtwerk (O'Neill!). Ik wil je echter even laten weten, dat ik met Mayer heb gesproken en voor zijn plan veel voel. Alleen: het moet m.i. niet nog een blad van een litteraire schrijversgroep worden, maar (precies wat hij wil) een lezersblad.

Wat de filmcritiek betreft: de sollicitatie van v.R. is praematuur, want Hulsker heeft in het geheel geen plan om te abdiceeren! Zeg dat ook aan v.R., als je wilt. Natuurlijk zal ik moeite voor hem doen, zoodra er een vacature in zicht is!

Ik hoop begin volgende week over Brouwer te schrijven. Wij zijn nu wat op orde, en ik kan weer ergens zitten. Mijn kamer is heerlijk stil, ik heb nog geen radiotrompet gehoord.

Weet jij iets van Eddy? Ik hoorde nog niets na Marseille!!

In haast, en uit Riche,

op weg

naar weer wat anders

je Menno

 

‘Van Oude en Nieuwe Christenen’ verschijnt in het voorjaar bij Nijgh & v. Ditmar. Het contract is al gemaakt, de centen zijn bereid naar de verhuisleveranciers.

 

Groet ook Merz hartelijk! Ik heb geen tijd hem te schrijven, maar op 15 Nov. krijgt hij ‘wat hem is toegezegd’.

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie