Menno ter Braak
aan
J. Greshoff
Den Haag, 2 juli 1937
Den Haag, 2 Juli
Beste Jan
Hierbij 1o het reçu terug, dat je misschien als tendre souvenir aan voorbije jaren wilt bewaren. Men incasseerde het geld cynisch. - Voorts 2o de brief van Eddy, die inderdaad pathologisch van toon is. Hierop is niet te antwoorden, behalve met: val dood (figuurlijk). Ik begrijp, dat deze manier van polemiseeren je ondraaglijk is; zooals ze het mij trouwens ook is, en zooals ik hem verleden week zoo kalm mogelijk geschreven heb. Het nare van de houding zit hem m.i. vooral in het apriori en zonder vorm van proces aannemen van ‘verraad’ bij iemand, die E. jaren en jaren kent; daardoor wordt een meeningsverschil opgeblazen tot een ethische afstraffing zijnerzijds. En ik heb, helaas, de overtuiging, dat het uitstel van ‘E Poi Muori’ hierbij een rol speelt. Uit den brief, dien ik hem schreef, zal hem blijken, dat ik in deze zaak ondubbelzinnig aan jouw kant sta. Wat zijn antwoord zal zijn, weet ik niet, maar ik vrees het ergste. Laten we overigens afspreken, dat we probeeren een conflict (brouille) zoo lang als het eenigszins kan te vermijden.
Ik zal Tr. Meesters berichten, dat ik hem wel wil ontvangen. Hij heeft tegenover jou nu stevig ingebonden, maar waarschijnlijk ligt de rancune al op de loer om langs een anderen weg los te breken.
Het Elsschot-nummer ontving ik vandaag. Ik zal het binnen enkele dagen uitvoerig aankondigen. Het is een geslaagde demonstratie, en zelfs die Vlamingen vielen me niet bepaald tegen, al is het verre van schitterend, wat zij geleverd hebben. Je hebt overigens één historische fout gemaakt, en dus een legende in het leven geroepen: ik was niet bij de voorlezing van ‘Kaas’! Mijn ontmoeting met Elsschot was al vroeger, bij Delen, en zonder lectuur. Maar het is wel aardig zoo'n misverstand, voor de litteratuur-historici.
Van Duinkerken plaatst in De Tijd van gisteren mijn boek op den index. Het is ‘zeer gevaarlijk voor onervaren lezers’; maar verder is zijn stuk, hoewel Roomsch, zeer behoorlijk, en het exposé zelfs heel goed.
Ik wensch je heerlijke vacantiedagen in het Zuiden! Laat je lever wat in de zon hangen en schrijf zo nu en dan eens een briefkaartje. Naar je herlezing van mijn romans ben ik benieuwd; aan Hampton Court hang ik nog, aan Dumay niet of weinig meer.
Tot nader dus maar weer; hart. gr. 2×2
en het allerbeste van
je Menno
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum