Menno ter Braak
aan
J. Greshoff
Den Haag, 1 oktober 1938
Den Haag, 1 Oct. '38
Beste Jan
Dank voor de verschillende levensteekenen gedurende de crisis en ook voor K.K.K., waaruit ik natuurlijk Huizinga en den Man van Deventer heb geciteerd. Dat was een fraaie vondst!
Voor de rest: ik ben diep beschaamd door de laatste dagen van deze crisis in Europa, vooral door het stompzinnige jubelen van Jan publiek voor heiland Chamberlain, die de Tsjechen met behoud van den vrede verraden heeft. Het is mogelijk, dat dit voor het behoud van den vrede noodig was, op dit moment, omdat Engeland nog niet klaar is, ik weet het niet; maar wat mij doet walgen is, dat hier de menschen hun vlaggen uitsteken, en doen, alsof die Chamberlain een overwinning had behaald! Het mooiste is, dat hij hoogstens een erger nederlaag heeft verhinderd, en dat hij waarschijnlijk de gelegenheid om Hitler ten val te brengen heeft laten voorbijgaan. De Duitschers wilden niet vechten, er ging een golf van protest door het heele land tegen het nazi-regiem... en nu zit het weer in den zadel! En waarom? Angst voor ‘het’ communisme bij het Britsche grootkapitaal, dat liever een (relatief geknotten) Hitler heeft dan de actieve hulp van Rusland; het is een ondergaande klasse, die hier over democratie meiert, en bedoelt: angst voor Moskou, d.i. voor verandering tout court. Want wat is ‘Moskou’, voor ons, gesteld tenminste, dat wij moed genoeg hebben om in een democratie voor de toekomst te gelooven! Een woord, meer niet.
Enfin, het heeft geen zin lang over deze halfzachtheid van de ‘geestelijke herbewapenaars’ (godbetert) uit te weiden. Ik ben er van overtuigd, dat zij voor hun commissieloon binnenkort geen dankje meer zullen zeggen. Ik zelf was geheel fatalistisch geworden, de laatste dagen. Zonder eenige animo voor oorlog, zonder zelfs verlies van angst, had ik mij bij het idee van een oorlog neergelegd, omdat anders deze Hitler toch niet verdwijnt. Wie weet, hoe kort het misschien geduurd had, gegeven de mentaliteit van het Duitsche publiek op dit oogenblik! Nu heeft de grote bek zijn positie weer aanzienlijk versterkt en het Tjechische bolwerk in het Oosten al vast vreedzaam ingepalmd.
Een volgend maal over menschwaardiger dingen. Ik heb ontzaglijk veel pleizier gehad van ‘De Zwerftocht van Belcampo’ (zie Zondag ochtendblad van morgen). Is die man niet iets voor Groot-Nederland? Hij woont Achtergracht 45III, Amsterdam, en heet H.P. Schönfeld Wichers. Dit boekje is heusch meer dan alleen maar gek, het is zeker even boeiend als Heine's ‘Harzreise’ (zoo niet beter).
Ik hoop je spoedig te zien. Succes met de examens van Kees en Jan.
veel liefs van huis tot huis,
en vee tot vee
je Menno
Ook Noth ontvangen. Dank!
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum