Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

Den Haag, 25 februari 1939

Den Haag, 25. II. '39

 

Beste Jan

Het bericht over het terugtrekken van Alderwerelt is voorloopig nog niet van directen invloed op mij, aangezien er in de quaestie van de Groene hoegenaamd geen schot meer schijnt te zitten. Nadat ik je in Bagatelle sprak, heeft Leopold bij Lissa & Kann laten polsen, die volgens zijn zeggen uitermate ‘hoog te paard’ zaten en een fantastisch bedrag noemden. Verder belde j.l. Zaterdag Moussault mij plotseling op, die mij weer ging polsen over een hoofdredacteurschap in verband met nieuwe geldmogelijkheden (die hij natuurlijk ziet als toevloeiing, niet als overname door een ander!). Resultaat: voorloopig nihil. Ik heb na Zaterdag noch van Leopold, noch van Moussault nadere berichten. Dat het optreden van Vic een deerlijke mislukking is geweest, bleek mij wel uit wat M. mij daarover vertelde. Hij is tamelijk desperaat, maar anderzijds ook weinig geneigd om zich door Leopold te laten opslokken. Zoo is de impasse tot nader order volkomen. Eveneens tot nader order heb ik er mijn gedachten dus maar van afgezet, want ik wensch geen enkel initiatief te nemen, zolang men mij niet vraagt.

Gisteren was ik bij de lezing van Hoornik, die lang niet slecht was. De tentoonstelling is werkelijk alleraardigst geworden, moet ik zeggen. Dat portret van jou en je vader is kostelijk! - Oma Gres zat op de voorste rij en was, geloof ik, zeer ingenomen met de groote belangstelling; of het betoog van Hoornik tot haar doordrong, betwijfel ik. Na de lezing was er een complete reünie van de jongere generatie, waaronder ik mij al een oude heer voelde. Het wonderkind Lehmann is iets zeer curieus, kan iets worden als Slauerhoff en ook als Erich Wichman, kan ook volkomen niets worden door een teveel aan jeugdig genie. De kop van dien jongen is de moeite waard: intelligent, tevens lichtelijk crimineel, jong en tegelijk al oud. Een soort Rimbaud??

Op deze bijeenkomst ook Lecq gesproken, die mij zeide juist de heele Slau-copie aan Zijlstra te hebben afgeleverd. Maar hoe zit het nu met de typographie? Men begint daar toch maar niet in het wilde weg met een willekeurigen letter te zetten?? Volgens Lecq zou Salden de verzorging op zich nemen; maar is dat ook al met Zijlstra afgemaakt? Hij beschouwt voorloopig jou natuurlijk als den typographischen adviseur der commissie. Schreef je hem? Denk hier vooral aan, want de eigengereidheid is bij H.H. uitgevers nu eenmaal enorm.

Je vertrek naar de Kaap heb ik gisteren gepubliceerd, aangezien de Vooruit er een bericht over had.

Voor vandaag schreef ik een artikeltje over Semprun, die door Patijn op de onhebbelijkste wijze... niet van te voren werd ingelicht over de erkenning van de jure. Onder het motto van de ‘cultuur’ kon ik dien kleine geste van ridderlijkheid er nog wel doorkrijgen. Heerlijke tijd!

veel hart. gr. ook A × A

je Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie