Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

Den Haag, 20 november 1939

Den Haag, 20 Nov. 1939

 

Beste Jan.

Drie dagen geleden kwamen, let wel, je brieven van 6 en 10 October! Het blijkt dus met de postverbinding nog niets gedaan, want de vorige zending van je hand bereikte mij 19 October!! Wij hebben dus erg zitten wachten, en waren erg blij met deze berichten, al zijn ze dan ook bijna anderhalve maand oud. Alleen: correspondentie met eenige kans op snelle beantwoording lijkt voorloopig absoluut uitgesloten; wat wij te hooren krijgen, is ‘meegenomen’, en ik vermoed, dat het jou ook wel zoo zal gaan met mijn brieven. Er moet tenminste een massa onderweg zijn.

Wij maken het wel, evenals Eddy en Bep, die eenige dagen bij ons logeerden en nu pension betrokken hebben Laan van Meerdervoort 835 (achthonderd vijf en dertig); Eddy is uitermate werklustig. Zij kwamen overhaast uit Bergen naar Den Haag, omdat, zooals je misschien in de kranten hebt gelezen, het heele land hier Zaterdag 11 Nov. een inval van de moffen verwachtte. Wat er aan de hand geweest is, weet niemand, maar een feit is, dat wij ons op het ergste hebben voorbereid. De Duitsche troepen zouden al in beweging zijn, er zouden 70 officieren en N.S.B.ers wegens complot spionage gearresteerd zijn etc. Maar Zondag ontwaakten we nog als Nederlanders en Maandag kwam De Geer psalmzingend voor de radio om te zeggen, dat er niets, absoluut niets aan de hand was! Er is echter stevig ‘geknepen’ dien nacht, vooral in het Oosten, waar de menschen huilend op straat moeten hebben geloopen volgens verhaal van mijn moeder, onder geroep: ‘Hitler komt!’ (Dat 's mans schedel kort daarvoor niet gekraakt is door dien bomaanslag, heeft ons allen ontzaglijk gehinderd; in ieder geval wijst dit gebaar erop, dat er iets niet heelemaal in orde is bij deze volksstammen, hoe en waar dan ook.)

Deze spanning was een staaltje van den zenuwenoorlog, verre van leuk, maar ik heb me er goed onder gehouden, zelfs in dien nacht geslapen als een os. Het fatalisme krijgt in deze omstandigheden steeds meer macht over mijn ziel, ik denk, tot de bommen beginnen te vallen. Waar deze langzame oorlog op uit moet loopen, is ons overigens nog een compleet raadsel. Wij hopen vurig, dat de Engelsche blokkade haar doel zal bereiken. Verbazingwekkend is vooral het uitblijven van ieder Duitsch initiatief. Duidt dat op zwakte? Of op list?

Je brief van 10 Oct. bevatte een boodschap voor Louw, maar aangezien deze 9 Nov. scheep heeft moeten gaan, kwam de boodschap een week te laat. Toch heb ik hem (omdat ook hij vertraging kan hebben gehad) nog een briefkaart geschreven; tot dusverre geen antwoord, dus ik vrees, dat hij toch al naar Afrika is vertrokken. Wat moet ik nu doen met de ƒ5, die ik inmiddels ook van je ontving? Ik vrees, dat verzending van een pakje momenteel op onoverkomelijke bezwaren zal stuiten. Ik wacht in ieder geval nog even, of Louw nog asem geeft.

De zwarte angora zit aan mijn vulpen te trekken, terwijl ik dit schrijf; de beide beestjes ontwikkelen zich tot groote poeselijke volmaaktheid.

Ik denk, dat Veen wel zal voelen voor een boekje van jouw hand. Stuur mij maar een bezending in boekvorm, dan kan ik er bij hem (of bij anderen) mee leuren. Maar over den tijd van aankomst van manuscripten durf ik onder deze omstandigheden absoluut niets te zeggen, nu de communicatie zoo hopeloos slecht is. Tusschen Nederland en Afrika gaapt een afgrond van zwijgen, zelfs per luchtpost. Krijg je de wekelijksche kranten?

Tot iets van langen adem kom ik niet. De gedachte, dat ieder oogenblik een ‘sensatie’ op komst kan zijn, met alle bloedige consequenties van dien, voor anderen of voor ons, relativeert al mijn werkzaamheden. Stel het je vooral niet als een psychologische stemming voor; wij leeren op zeer korte termijn te leven, maar voor grooter werk heb je iets meer noodig.

Frankrijk is potdicht. Parijs bestaat voor ons niet meer; de week in Mei lijkt mij nu al een legende, iets van heerlijke losheid en warmte en licht. Hoe lang nog, Hitler?

Veel hart. over en weer,

je M.

 

poesen nagel

 

Wij ontvingen via Nini het aardige zwarte doosje, dat onmiddellijk voor sigaretten in gebruik is gesteld. Veel dank!!!

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie