Menno ter Braak
aan
J.M.B. Stolte

Rotterdam, 8 oktober 1929

Rotterdam, 8 Oct. 1929

 

Mijn liefste Hanneke,

Het heeft me werkelijk goed gedaan - al geneerde ik me er later op mannelijke wijze voor - dat ik je door de omstandigheden heb laten merken, hoezeer de onverzoenlijkheid van twee inzichten iemand kan aangrijpen. Ik wist, dat het jou aangreep; en mij had het nu eindelijk ook zoo te pakken, dat ik er geen raad meer mee wist. Deze ellendige Strindbergsche kwelling van menschen, die beide ‘het goede willen’! Maar ik geloof, dat we met wederzijdsch begrip deze tegenstelling zullen overwinnen, niet in de zin van: platweg oplossen, maar zullen beheerschen door ieder symptoom opnieuw onder oogen te zien. Gemakkelijk zal dat niet zijn, misschien, maar het is tenminste een royale weg. Jij behoort goddank niet tot die soort vrouwen, die in deze andere zienswijze van den man onmiddellijk een belaging van hun ‘eer’ of ‘liefde’ zien, en ik behoor niet tot die soort mannen, die buitengewoon op afwisseling in den ordinaire zin is gesteld. En daarom zie ik het niet zoo somber in, het dringt nu pas goed tot je door, dat de liefde niet een gemakkelijk happy-end-verschijnsel is, maar een voortdurend gevecht, als je het zoo noemen wilt, een strijd om elkaar te bezitten zonder bezie. In die paradox is de heele moeilijkheid van de liefde gegeven.

Ja, het heeft me werkelijk opgelucht. Het zat me dien avond aan alle kanten dwars als een fatum. Ik ben deze week weer optimistisch, en zelfs, toen ik vandaag een defect aan mijn schrijfmachine kreeg, iets, wat voor mij in bijzondere gevallen rampzalig zou kunnen zijn. Ik heb me er nu maar blijmoedig overheen gezet, en vanmiddag is de Remingtonman er geweest, om de kwaal te verhelpen.

Gisteren was ik in den Haag. Er is nu eindelijk veel bereikt. Het Liga theater in Amsterdam is verzekerd en wordt 25 of 26 October geopend. Resultaat: massa’s werk voor de bestuursleden, en voor mij niet het minst. Ik moet nu mijn vrije donderdagmiddag gebruiken, om naar Amsterdam te reizen en redactievergaderingen van het tijdschrift te houden, het spijt me, want ik had het stille voornemen, even naar Zeist over te wippen. Dat zal nu niet gaan. In onze plannen zal nu ook een kleine wijziging dienen te komen, vermoed ik, want als de opening Zaterdag is, moet ik er bij zijn, en dan jij natuurlijk ook. We zouden in dat geval dus iets later naar Baarn moeten. Morgenmiddag moet ik een artikel voor de N.R.C. schrijven over het nieuwe theater, zoodat ik (afgezien van de nog liggende correctie) ‘vol’ zit! Maar werken doet me altijd goed.

Voel je je nu weer heelemaal goed, thuis, en beter? Schrijf voor Zaterdag nog eens even, hoe het staat. En neem je nu vooral extra in acht, zoodat je niet weer onnoodig flauw valt!! Ik ken je langzamerhand.

Je moet me nooit kwalijk nemen, als ik vlug en gejaagd schrijf, want ik tracht de week zooveel mogelijk vol te stoppen, om Zaterdag en Zondag minimaal werk te hebben. Begrepen?

Voorzichtig dus, hoor, en wacht met de problemen tot a.s. Zaterdag! Veel zoenen van

je Menno

 

Is Gerda goed afgereisd?

Tine is morgen (9 Oct.) jarig. Ik heb er aan gedacht.

Bedank je moeder, Johan en Phiet nog eens extra voor de buitengewone wijze, waarop zij Gerda fêteerden! En de groeten.

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie